Voor aanvang van de vesper horen we de nummers Ring of Fire en Ain’t no grave


Welkom en uitleg door Martijn Vroom

(een fragment van) The Man in White
The Man In White verteld het verhaal van Saulus die Paulus werd. En hoe hij op weg naar Damascus werd aangesproken door The Man in White: Jezus Christus.

Personal Jesus
Bidden is als telefoneren met God. Zoals je een vriend belt of appt: direct en persoonlijk.

Gebed

I’m Bound For The Promised Land
Een nummer waar veel hoop uit spreekt. De hoop van ooit het volk van Israël, maar ook onze hoop nu op het beloofde land.

What Is Truth?
Dit liedje speelde Johnny Cash ooit voor Nixon, die hem persoonlijk uitgenodigd had. Nixon dacht Cash voor zijn eigen politieke karretje te spannen, maar Cash zong voor de president juist dit protestnummer! Tussen horen en écht luisteren zit vaak een gat, soms wel generaties groot. Luister eens verder dan je neus lang is.

Schriftlezing Openbaring 1:10-18 en 4:6-9 uit de Nieuwe Bijbelvertaling (2004) door Marcel van Luxemburg

10 Ik kwam in vervoering des geestes op de dag des Heren, en ik hoorde achter mij een luide stem, als van een bazuin, 11 zeggende: Hetgeen gij ziet, schrijf dat in een boek en zend het aan de zeven gemeenten: naar Efeze, en naar Smyrna, en naar Pergamum, en naar Tyatira, en naar Sardes, en naar Filadelfia en naar Laodicea. 12 En ik keerde mij om, ten einde de stem te zien, die met mij sprak. En toen ik mij omkeerde, zag ik zeven gouden kandelaren, 13 en te midden van de kandelaren iemand als eens mensen zoon, bekleed met een tot de voeten reikend gewaad, en aan de borsten omgord met een gouden gordel; 14 en zijn hoofd en zijn haren waren wit als witte wol, als sneeuw, en zijn ogen als een vuurvlam; 15 en zijn voeten waren gelijk koperbrons, als in een oven gloeiend gemaakt, en zijn stem was als een geluid van vele wateren. 16 En Hij had zeven sterren in zijn rechterhand en uit zijn mond kwam een tweesnijdend scherp zwaard; en zijn aanzien was gelijk de zon schijnt in haar kracht. 17 En toen ik Hem zag, viel ik als dood voor zijn voeten; en Hij legde zijn rechterhand op mij en zeide: Wees niet bevreesd, Ik ben de eerste en de laatste, 18 en de levende, en Ik ben dood geweest, en zie, Ik ben levend tot in alle eeuwigheden, en Ik heb de sleutels van de dood en het dodenrijk.

6 En voor de troon was als een glazen zee, kristal gelijk. En midden in de troon en rondom de troon waren vier dieren, vol ogen van voren en van achteren. 7 En het eerste dier was een leeuw gelijk, en het tweede dier een rund gelijk, en het derde dier had een gelaat als van een mens, en het vierde dier was een vliegende arend gelijk. 8 En de vier dieren hadden elk voor zich zes vleugels en waren rondom en van binnen vol ogen en zij hadden dag noch nacht rust, zeggende: Heilig, heilig, heilig is de Here God, de Almachtige, die was en die is en die komt. 9 En wanneer de dieren heerlijkheid, eer en dankzegging zullen brengen aan Hem, die op de troon gezeten is en tot in alle eeuwigheden leeft.

Just as I am
Omdat Jezus – het Lam Gods – voor onze zonden stierf, kunnen wij komen zoals we zijn. God verwacht ons!

Overweging door ds. Kees van den Berg

Binnen het imposante oeuvre van Johnny Cash – hij bracht meer dan 100 albums uit – daarbinnen zijn The American Recordings mij zeer lief. Het zijn de albums die Cash in de laatste tien jaar van zijn leven uitbracht. Deze albums zijn me zo lief, omdat hier echt alle nadruk ligt op zijn intense stem, die diepe bariton. Dat komt ook, omdat de begeleiding meestal sober is, waardoor die stem nog meer naar je toekomt. Bovendien merk je ook de gedrevenheid van Cash: alsof hij, terwijl hij wist dat z’n gezondheid steeds brozer werd, de wereld nog een aantal parels wilde schenken. Nou, dat heeft hij gedaan…

In het tekstboekje bij die American Recordings schrijft hij ook telkens een voorwoord. Die zijn niet lang, maar wel heerlijk om te lezen. Cash was namelijk ook een niet onverdienstelijk schrijver.
Bij het vierde deel van die American Recordings, The Man Comes Around, begint Cash z’n voorwoord als volgt (en ik vertaal maar gelijk): ‘Ik ben ervan overtuigd dat niets mij kan scheiden (hé, van wie kennen we deze woorden? Juist, van Paulus! Dat doet mij als dominee van de Pauluskerk natuurlijk bijzonder goed. Cash had trouwens zelf ook veel met Paulus. Hij schreef zelfs een boek over hem. Tijdens de vorige Johnny Cash Vesper stonden we daar ook bij stil. Maar ik dwaal af, terug naar dat voorwoord:) ‘Ik ben ervan overtuigd dat niets mij kan scheiden van mijn liefde van mijn God, mijn vrouw en mijn muziek.’ Vervolgens steekt hij de loftrompet over zijn vrouw June Carter, die hij liefkozend ‘mama beer’ noemt. Dat verbindt hij vervolgens met God: ‘Thanks a lot, Chief’. En soms zegt hij ook ‘Goodmorning’ tegen ‘Awesome Presence – de Ontzagwekkende Aanwezige’, zoals Cash God hier noemt, maar soms vergeet hij dat ook.
Dat laatste is weer zo’n typisch voorbeeld van Cash’s eerlijkheid. Die ontdekte Bono, de zanger van U2, ook toen hij samen met Cash zat te eten. Dat begon met een dankgebed. Bono vertelt: ‘We hielden allemaal elkaars hand vast rond de tafel en Johnny zei het mooiste, meest poëtische dankgebed dat je je voor kunt stellen. Vervolgens boog hij zich naar mij toe en zei: ‘Maar ik mis de drugs wel ontzettend.’ Die eerlijkheid, die dubbelheid bewondert Bono ook zo in de muziek van The Man in Black: die is tegelijk hard en teder, die gaat over zondig gedrag en toewijding, aldus Bono.

Ja, die drugs. Cash heeft z’n leven lang ermee geworsteld. Want een verslaafde blijf je nu eenmaal, hoe lang je al droog staat of afgekickt bent. In de herfst van 1967 bereikte hij de bodem van de put. Enorme hoeveelheden pillen slikte hij per dag. Hij werd paranoïde. Z’n huwelijk was op de klippen gelopen. Hij was ten einde raad en wilde een eind aan z’n leven maken. Hij liet zich opnemen in een kliniek. Daar kickte hij af. Maar de grootste verandering noemde hij zelf dat hij zijn leven gaf aan Jezus. De bekende prediker Billy Graham speelde hier een belangrijke rol in, net als June die in die tijd zijn vrouw werd. Zij werd z’n soulmate, juist ook in gelovige zin.

Jezus was Cash niet vreemd trouwens. Hij groeide immers op in een gelovig gezin, waar vooral z’n moeder van dat geloof getuigde. Ook z’n broer Jack was als jong ventje al een soort evangelist, die kon preken als de beste. Door een tragisch ongeluk met een zaagmachine raakte hij zo zwaargewond dat hij overleed. Deze gebeurtenis maakte een diepe, onvergetelijke indruk op Johnny. En hij voelde, zelfs in z’n meest duistere perioden, altijd de hete adem, of beter gezegd: de gunnende warmte van z’n broer en moeder, om terug te keren naar die Man in White…
En toen Cash dus terugkeerde en zich opnieuw aan Jezus toevertrouwde, raakte hij steeds meer onder de indruk van Jezus. Voor Cash was Jezus eigenlijk ook een soort Outlaw, die zich niet liet knechten door de systemen van de Farizeeën en de Schriftgeleerden, die juist randfiguren zag en opzocht, en liefhad. Die zondaars liefhad, zelfs zij die het helemaal verbruid hadden. Hierdoor durfde Cash zelf ook die weg terug te gaan, en aanvaardde hij Jezus als zijn persoonlijke Verlosser en Heer, als zijn Personal Jesus.
Johnny Cash en Billy Graham bleven hun leven lang vrienden. De zoon van Johnny Cash, John Carter, zei daarover: ‘Als mijn vader de fout in ging, kon hij altijd bij Billy terecht. Billy oordeelde niet over mijn vader; hij was er als zijn vriend, onvoorwaardelijk. Billy hield hem overeind, steunde hem en zei; ‘Je kunt het. Krabbel op. Je weet wie je bent.’ Wat mooi als je zulke vrienden hebt. Als je zelf zo’n vriend, zo’n vriendin bent!  De zoon vervolgt: ‘Vanaf dat moment zei mijn vader dat het zijn doel in het leven was om het woord van Jezus Christus te verbreiden.’ Dat deed hij allereerst met z’n songs, want Johnny zong graag gospels, hymns, eigen geschreven liedjes over en vanuit het geloof. Maar hij trok ook naar Israël om daar een heuse Jezus-film te maken. En, zoals gezegd, hij schreef een boek over Paulus: The Man in White. Die Man in White is trouwens niet Paulus, maar Jezus, die aan Paulus verscheen en z’n leven radicaal veranderde, zoals Cash dat zelf ook ervaren had. En dat gunde hij een ieder.
Tegelijk ging dat bij hem zelf met vallen en opstaan. Hij kreeg een terugval in z’n verslaving. Z’n huwelijk met June ging door een diepe crisis. En z’n carrière raakte opnieuw op een zijspoor. Totdat daar producer Rick Rubin was en zich over The Man in Black ontfermde. Hij liet Cash een aantal liedjes zingen, alleen met z’n gitaar. Het werd de eerste in de reeks American Recordings: vol met huiveringwekkende liedjes, sober, recht het hart in. Cash won er niet alleen z’n oude fans mee terug, maar ook vele nieuwe…

Terug naar nr. 4: The Man Comes Around en de titelsong. Dat liedje is vooral geïnspireerd op Openbaring, het laatste bijbelboek. Cash haalt allerlei gedeelten daaruit naar voren en rangschikt die tot een wervelend nummer. Ook hier weer met een eenvoudige begeleiding: een heerlijke staccato akoestische gitaar, wat pianoakkoorden, een orgeltje. Alle nadruk op de stem, op de tekst die klinkt Ja, The Man Comes Around. De Man komt eraan. Het gaat over Jezus, The Man in White. Jezus zoals we Hem ook tegenkomen in die indrukwekkende gedeelten die we vanavond uit Openbaring lazen. Jezus die stralend wit is en zijn ogen als vlammend vuur. Z’n stem is overdonderend als een waterval. Johannes valt als dood neer voor zijn voeten. Maar dan het ontroerende gebaar van de Heer, die z’n rechterhand op hem legt en zegt: ‘Wees niet bang, ik ben de Eerste en de Laatste.’ Ja, dit is de Verheerlijkte Christus, de Opgestane, die je ook tegenkomt op die schitterende iconen uit de Oosters Orthodoxe kerk. Maar die tegelijk je niet verpletteren wil, maar je weer op de voeten wil zetten, en zegenen, en bevestigen.

The Man Comes Around. Het gaat dus niet over de eerste komst van Jezus, als mens onder de mensen, waar Cash een film over maakte en waar hij ook over zong in bijvoorbeld I was there when it happened. Nee, het gaat over de tweede komst, voorgoed, in heerlijkheid, aan het eind van de tijd. Daar waar het boek Openbaring in allerlei visioenen over spreekt. Het nummer van Cash is ook visionair. De beelden tuimelen over elkaar heen. Aan de ene kant indringende beelden over een scheiding tussen rechtvaardigen en onrechtvaardigen, over Armageddon, over de wervelwind. Maar ook over God die als een hen z’n kuikens verzamelt en thuis roept.
In dat voorwoord vertelt Cash ook dat hij met geen liedje zo lang is bezig geweest als dit. Toen zoon John Carter ooit eens het kantoor van z’n vader binnenliep, zag hij zo’n twintig vellen papier op zijn bureau liggen met ongeveer veertig alternatieve versies van het liedje. Cash bleef maar schaven. Dat het zo lang duurde, had ook te maken met zijn steeds brozer wordende gezondheid. Hij kreeg een spierziekte en een ernstige vorm van astma. Vaak genoeg dachten ze dat hij zou heengaan, maar z’n hart bleek toch sterk te zijn én zeker ook z’n wil om te blijven zingen, te blijven opnemen, tot het allerlaatst.
Toen hij weer eens heel slecht lag, riep hij z’n vrouw en kinderen bij zich. Hij vertelde hun, met haperende stem, happend naar adem, allerlei persoonlijke dingen, vooral zaken die hem speten – dat hij geen betere vader was geweest voor zijn dochters, geen betere echtgenoot voor June in het begin, geen betere christen, en dat hij een minder toegewijde muzikant was geweest dan hij had gewild.
Weer die eerlijkheid, lieve mensen! Dat raakt me zo. Ik moest ook denken aan Augustinus die op z’n sterfbed Psalmen aan de muur bij z’n bed geprikt had. Allemaal boetepsalmen, waarin eerlijk schuld beleden wordt en om vergeving gevraagd. Cash deed dat hier op zijn manier toch ook. Een voorbeeld!
Maar Cash wilde nog iets zeggen. Hij moest steeds vaker stoppen met praten om weer op adem te komen. ‘Ik had hulp nodig…’ Hij pauzeerde. ‘… om die laatste plaat te maken, en ik heb het niet alleen over Rick (Rubin) en de anderen.’ Hij pauzeerde weer. ‘Ik heb een beroep gedaan op Jezus. Hij stond naast me. Ik kan Hem nooit genoeg prijzen voor al Zijn zegeningen. (…)  Maar ik heb geprobeerd om Hem te prijzen met The Man Comes Around. Als iemand over vijftig jaar nog naar mijn muziek luistert…’ Hij pauzeerde even en herhaalde toen: ‘… als er überhaupt nog mensen luisteren, hoop ik dat ze naar dat lied zullen luisteren.’ Zullen we dat nu ook doen?

The Man Comes Around
Het laatste oordeel als omschreven in Openbaring is een groots en mysterieus verhaal. In de typische Johnny Cash-stijl wordt het verbazend realistisch.

Dankgebed en voorbeden

I Am A Pilgrim
De weg naar God en naar een Eeuwig leven is zacht gezegd niet altijd makkelijk. Cash gelooft dat hij er desondanks zal komen, omdat God hem zal thuishalen.

We bidden het Onze Vader

Will The Circle Be Unbroken
Vasthouden aan wat vertrouwd is, lijkt soms makkelijker dan geloven in iets wat nog veel beter is.

Zegen

Battle of Nashville
Dit is Johnny Cash’s eigen ‘Nashville-Verklaring’… Maar dan wel van vele jaren geleden. Hierin drukt The Man in Black zijn haat-liefdeverhouding met Nashville, de hoofdstad van de countrymuziek uit. Het is wel, maar ook liefdevol. Precies de dubbelheid die het oeuvre van Cash zo vaak kenmerkt.

Bij het uitgaan klinkt Ring of Fire

Deze speciale vesper werd voorbereid door mensen van de Ontmoetingskerk en de Pauluskerk.
Over deze kerken vind je informatie op: www.ontmoetingskerkgouda.nl en www.pauluskerkgouda.nl.

De organisatie was in handen van:
Marcel van Luxemburg
Heleen van der Kooij – Geertsema
Martijn Vroom
Ds. Kees van den Berg