zingen           Gezang 173:1,3

stil gebed

votum en groet

aanvangstekst

‘Toen wij u de glorierijke komst van onze ​Heer​ ​Jezus​ ​Christus​ verkondigden, baseerden wij ons niet op vernuftige verzinsels – integendeel, wij hebben met eigen ogen zijn grootheid gezien. Want Hij ontving van God, de Vader, eer en luister, toen de stem van de majesteitelijke luister tegen Hem zei: ‘Dit is mijn geliefde Zoon, in Hem vind ik vreugde.’ Die stem hebben wij zelf uit de hemel horen klinken toen wij met Hem op de ​heilige​ berg waren. Ons vertrouwen in de woorden van de profeten is daardoor alleen maar toegenomen. U doet er goed aan uw aandacht altijd daarop gericht te houden, als op een ​lamp​ die in een donkere ruimte schijnt, totdat de dag aanbreekt en de ​morgenster​ opgaat in uw ​hart.’ (2 Petrus 1:16-19)

kinderkoor Joy zingt  1) Goedemorgen allemaal  2) ‘Met open armen’ (samen met de gemeente)

lezing van de Tien Woorden       als biechtspiegel (vanuit het Dienstboek)

Een spiegel, voor persoonlijke bezinning

Waar kan ik in mijn leven van op aan?
Waar ben ik bang voor?
Aan wie behoort mijn hart toe?

Wat betekent de naam ‘God’ voor mij?
Gebruik ik die gedachteloos als ik praat?
Ben ik bang Hem voor anderen te belijden?
Doe ik mij vromer voor dan ik ben?
Gebruik ik de naam van God als een middel
om bovennatuurlijke machten te manipuleren?

Waardoor wordt mijn gebed bepaald?
Door sleur of door behoefte?
Zit er ook dankbaarheid in mijn gebed?
Zelfs voor aanvechtingen?
Waarom bid ik eigenlijk?
Voor de vergeving van mijn zonden?
In nood en in vreugde?

Hoe ziet mijn zondag eruit?
Welke rol spelen de kerkdienst en de maaltijd van de Heer in mijn leven?
Wat zoek ik in de kerk?
Waarin dien ik de gemeente waarvan ik deel uitmaak?

Hoe waardeer ik mijn ouders?
Wie heeft invloed op onze kinderen?
Hoe sta ik tegenover mijn meerderen?
Draag ik mijn eigen verantwoordelijkheid?
Ben ik bereid die van de anderen te aanvaarden?

Gun ik de ander ruimte om te leven?
Ben ik een ellendige, die juist mijn hulp nodig had,
uit de weg gegaan?
Pleeg ik roofbouw op mijn gezondheid?

Besef ik mijn verantwoordelijkheid voor mijn (huwelijks)relatie?
Handel ik daarnaar?
Blijf ik van de (huwelijks)relatie van anderen af?
Ben ik mij bewust dat ik in mijn (huwelijks)relatie
of in mijn alleen staan altijd door God gedragen word?

Heb ik achting voor het eigendom van een ander?
Op welke manier kom ik aan mijn geld?
Dient mijn bezit anderen tot vreugde en hulp?

Waar praat ik over?
Over de fouten van anderen?
Over mijn eigen prestaties?
Heb ik iemand verloochend?
Sta ik snel klaar met mijn oordeel over anderen,
maar ben ik langzaam om hen te verontschuldigen?

Heb ik aan mij toevertrouwde geheimen bewaard?
Meen ik wat ik zeg
en zeg ik, waar dat nodig is, wat ik meen?
Zorg ik ervoor dat in het leven van de gemeenschap
de waarheid het opneemt tegen de leugen?
Ben ik trouw in de voorbede,
juist voor hen met wie ik moeite heb?

Houd ik er rekening mee
dat God grenzen stelt die ik niet moet overschrijden:
grenzen aan mijn begaafdheid, aan mijn invloed,
aan mijn macht, aan mijn leven?
Heb ik mij aan de onbegrensde aanspraak
van God op mijn leven onttrokken?
Ben ik mij bewust, dat ik door de doop
toebehoor aan de Heer Jezus Christus?
Laat ik dagelijks God over mij oordelen
of rechtvaardig ik mijzelf?

zingen           Psalm 130:2

gebed om de verlichting met de Heilige Geest       

kinderkoor Joy zingt  1) Het allerleukste liedje 2) Jesus is the Joy

kindermoment

Dit schilderijtje heb ik al eens keer eerder meegenomen. Wie weet dat nog?
Zie je wel, ik dacht: het is helemaal niet erg om hier nog eens naar te kijken. Dat doe ik zelf eigenlijk elke dag. Het staat namelijk op mijn studeerkamer. Dan kan ik er elke dag naar kijken. Zullen we er vanmorgen ook eens naar kijken met elkaar?  En voor de mensen in de kerk is het op het scherm te zien.

Wat zie je?

  • Jezus
  • In het wit, opgestaan, zegenend, of in houding van kruis
  • daarachter een zwart kruis
  • blauw

Waarom blauw? Blauw is de kleur van de hemel. Ja, daar kwam Jezus vandaan en daar is Hij nu weer. Op zijn troon bij God. Hij is Gods Zoon. En Hij is niet in het graf gebleven, maar leeft. Dus ook als wij aan Jezus denken en aan zijn verschrikkelijke lijden, mogen we weten: Hij leeft. Hij is er. Hij is er voor mij. Kijk Hem maar met open handen staan, uitnodigend – Kom maar! – en zegenend. En ook dat donkere zwarte kruis zegt: ook van al ons donkere, verdrietige, dat wat fout gaat, weet Hij. Dat heeft Hij gedragen. Want Jezus droeg al onze pijn, Hij ging daarvoor aan het kruis.
Een goede tijd in de kindernevendienst en tot straks.

schriftlezing            Matteüs 17:1-9

zingen           Psalm 111:5,6

verkondiging         

Gemeente van Jezus Christus,

In mijn jonge jaren ging ik vele keren naar de Kerstconferentie. Deze werd gehouden in Dalfsen. Met zo’n 1000 jongeren dachten we daar na over een aansprekend geloofsthema. Kern daarbij waren de verdiepende bijbelstudies van Gert van den Bos, maar ook genoten we van het samen zingen, van aansprekende  workshops en niet te vergeten van de gesprekken in kleine groepjes. Die jongeren daar kende je eigenlijk helemaal niet, maar in korte tijd kreeg je er toch een diepe band mee, omdat iedereen zo open en eerlijk was.
Maar na vier dagen Kerstconferentie was het weer voorbij. Op Oudejaarsdag moest je weer naar huis. En eigenlijk viel dat altijd weer tegen. Daar weer die irritaties, natuurlijk vooral omdat ik zelf zo moe was. De kerkdienst op oudjaarsavond viel dan ook tegen, zeker vergeleken met alles wat je daar op die conferentie had meegemaakt. Je had het liefst daar willen blijven, of in ieder geval dat gevoel willen vasthouden: God zo dichtbij, zoveel nieuwe dingen geleerd en zoveel herkenning met die medejongeren. Het was echt een topervaring…
Ach, wie heeft dat niet? Van die ervaringen, die je het liefst vast wilde houden: toen je kind was, toen het Godsvertrouwen eigenlijk vanzelfsprekend was. Of toen je voor het eerst de Heilige Geest ervaarde: als een brandend vuur in je binnenste, als een onuitsprekelijk, heerlijk gevoel. Of toen je belijdenis deed en je met hart en ziel ‘ja’ zei tegen je Heer, die jou al zo lang op het oog had. Of toen je die wonderlijke genezing, die bijzondere uitredding meemaakte en daar Gods hand zo sterk in ervoer. Enzovoort, enzovoort. Je zou zo’n topervaring eigenlijk nog steeds willen voelen.

Over topervaring gesproken… Die hebben Petrus, Johannes en Jakobus ook. Letterlijk zelfs, want ze bevinden zich bovenop een hoge berg. Ze zijn door Jezus zelf meegenomen naar de bergtop. En daar gebeurt iets bijzonders. ‘De verheerlijking op de berg’ is het gaan heten. Of ‘De transfiguratie’. Eigenlijk is dat nog een betere typering, want Jezus veranderde inderdaad (vers 2) ‘Voor hun ogen veranderde Hij van gedaante.’ In het Grieks wordt hier het woord ‘metamorfose’ gebruikt. Dat is in feite een synoniem van het woord ‘transfiguratie’. De tijdelijke metamorfose daar betreft Jezus’ gelaat. Dat straalt als de zon en zelfs zijn kleren worden wit. Dat licht komt van binnenuit. Jezus’ goddelijke gedaante wordt zichtbaar. Jezus verschijnt hier als de verheerlijkte Heer, alsof Pasen al geschied is…
Je zou het meemaken als discipel… Met recht een topervaring! Maar het is nog niet over. Want daar zijn opeens twee extra personen: Mozes en Elia. Niet voor niets juist hier op de berg. Bij beiden speelde een berg een belangrijke rol. Mozes had op de berg de Tien Woorden van God hoogstpersoonlijk ontvangen. Ze waren onuitwisbaar in twee stenen tafels geschreven. Toen het volk dat contract met God verbroken had, omdat het vreemdgegaan was met dat Gouden Kalf, toen was Mozes opnieuw de berg opgegaan en had daar de Here God ontmoet, bij Hem voor zijn volk gepleit. En Elia was, toen hij het helemaal niet meer zag zitten, diep en diep in de put zat, juist bij de berg door God weer bemoedigd. De Here God had zich daar aan Elia geopenbaard, in een verrassende, suizende koelte… Kortom: de berg speelde in hun leven, in hun bediening, een voorname rol. Allebei waren ze ook op een bijzondere wijze heengegaan: zonder begraven te worden hadden ze het tijdelijke voor het eeuwige verwisseld.
En nu lijkt daar op die berg de tijd stil te staan en verschijnen ze in een visioen aan Jezus. Ze gaan met Hem in gesprek. Waarover? Mattheüs vermeldt het niet. De evangelist Lukas wel: ‘Ze spraken over het levenseinde dat Jezus in Jeruzalem zou volbrengen.’ Op de vele iconen die bij dit verhaal zijn gemaakt, zie je heel vaak Mozes en Elia met gekruiste handen staan, als een soort pantomime van wat Jezus te wachten staat: zijn levenseinde aan het kruis.
Letterlijk staat er trouwens bij Lukas in het Grieks ‘zijn exodus’. Jezus’ levenseinde is een exodus. Een uittocht dus, een bevrijding uit de slavernij van zonde, duivel en dood. Voor ons! Maar voor Jezus zelf zal het een zware, onmenselijk zware exodus worden. Hij heeft er in het voorafgaande hoofdstuk over gesproken. Dat Hij veel zal moeten lijden en gedood zal worden. Maar voordat deze exodus definitief wordt ingezet, zijn Mozes en Elia er om met Jezus hierover te spreken. Om Hem daarin de weg te wijzen, Hem te bemoedigen en te sterken.
Jezus had dat nodig, gemeente. Hij deed dat niet maar even zo – Hij was toch immers God?! Ja, maar Hij was ook helemaal mens. En Hij had dat kompas van Gods Woord bitterhard nodig, om die weg te gaan, die exodus te volbrengen. En daarom zijn Mozes en Elia hier, als vertegenwoordigers van die wet en de profeten, om Jezus daarin bij te staan.

Tussen twee haakjes. Merkt u hoe belangrijk voor Jezus dus die wet en de profeten zijn, net als de Psalmen trouwens. Dus zeg maar het Oude Testament. Zoals wij dat dan noemen. Maar Eerste Testament is eigenlijk een betere typering. Want Oud veronderstelt dat het niet nieuw is, dus verouderd en eigenlijk niet meer echt relevant. Maar kijk naar Jezus, voor Hem was het een licht op zijn pad, een lamp voor zijn voet. Juist ook voor zijn unieke weg, zijn via dolorosa. Zou het dan voor ons anders zijn?! Onderschat dus nooit dat Eerste Testament!

Petrus onderbreekt het gesprek tussen Jezus en Mozes en Elia. Hij is en blijft een ‘haantje de voorste’. Hij heeft een voorstel: ‘Heer, het is goed dat we hier zijn. Als U het wilt zal ik hier drie tenten opslaan…’ Dat klinkt natuurlijk een beetje stuntelig, bij al deze veelbetekenende heerlijkheid. Hoewel, Petrus gebruikt voor ‘tent’ wel het woord dat in datzelfde Eerste Testament voor ‘tabernakel’ wordt gebruikt, het mobiele heiligdom voor God, ten tijde van Mozes, bij de woestijntocht. Petrus beseft hier op de berg, bij deze transfiguratie van Jezus, bij dit visioen met Mozes en Elia: ‘Dit is van God. Dit is heilige grond. Hier ontmoeten we God op hoog niveau. Hier krijgen we letterlijk en figuurlijk hoger onderwijs… Daar mogen we toch best bij stilstaan, bij verwijlen?’ Om het maar eens plechtig te zeggen… Mag je deze ontmoeting met God, dit hoger onderwijs, deze heilige grond juist ook niet verwachten in Gods heiligdom, in Gods huis, in de kerkdienst? Ben je met dat verlangen vanmorgen naar de kerk gekomen?

Hoe dan ook, nu wordt Petrus onderbroken (vers 5): ‘Hij was nog niet uitgesproken, of de schaduw van een stralende wolk gleed over hen heen, en uit de wolk klonk een stem: ‘Dit is mijn geliefde Zoon, in Hem vind Ik vreugde. Luister naar Hem!’
Het is een déjà vu. Diezelfde stem had namelijk ook geklonken bij Jezus’ doop in de Jordaan. Toen was het bij het begin van zijn weg als Messias. Die weg die vervolgens direct leidde naar de woestijn, naar ‘de beproeving van de wildernis’, zoals we vanmorgen zongen. En nu, voordat het diepste lijden van Jezus, zijn gevangenneming, zijn veroordeling, zijn executie aan het kruis, kortom: zijn exodus, zich gaat ontrollen, zijn er niet alleen Mozes en Elia, maar is er ook de stem van zijn hemelse Vader. Een stem waarmee God zich luid en duidelijk uitspreekt over Jezus: ‘Dit is mijn geliefde Zoon.’ Hij is dus meer dan een profeet, meer zelfs dan de grootste profeet uit Israël. Hij is Gods geliefde Zoon. ‘In Hem vind Ik vreugde’, zegt diezelfde stem. ‘In Hem heb Ik mijn welbehagen’, vertaalt de Statenvertaling. Over plechtige woorden gesproken… Maar wel een prachtig woord: welbehagen. Ergens een welbehagen in hebben, betekent ergens op de diepst mogelijke wijze van genieten, er vreugde aan beleven. Dat doet God dus bij Jezus. Hij geniet op de diepst denkbare wijze van zijn Zoon. ‘Luister naar Hem!’ voegt de stem er daarom aan toe. Met andere woorden: ‘Genieten jullie nu ook van Hem. Vind vreugde in Hem. Haal je hart op aan Hem. Je wordt er zo gelukkig van. Ik kan het weten…’

En dan gebeurt misschien wel het ontroerendste. Althans, het raakte mij diep. De discipelen zijn nergens meer als die stem vanuit die stralende wolk klinkt. De stem van God zelf! De Allerhoogste! Israël moest ooit op afstand blijven toen diezelfde stem klonk bij de berg Sinaï. Anders zouden ze het niet overleven. Ja, wie kan daarbij bestaan?! Daarom werpen de discipelen zich nu op de grond en sidderen van angst.
Maar dan komt Jezus dichterbij. Hij raakt hen aan. Zo teder. Zo liefdevol. En Hij zegt tegen hen: ‘Sta op, jullie hoeven niet bang te zijn.’ En als ze opkijken zien ze niemand anders dan Jezus alleen. Mozes en Elia zijn verdwenen. De stem uit de hemel is weer weg. De wolk is opgelost. Maar Jezus is er. Als enige. En dat is genoeg.
Want Hij zet hen weer op de voeten: ‘Sta op’. Niet alleen voor Jezus valt het licht van Pasen hier over Hem, ook over zijn discipelen, ook over ons. ‘We zullen opstaan en met Hem meegaan.’ Zonder angst: ‘Jullie hoeven niet bang te zijn.’ ‘Vreest niet.’ Ik zei het in de kerstpreek: ‘Vreest niet, je hoeft niet bang te zijn’, dat staat 365 keer in de Bijbel. Voor elke dag dus. Ook voor deze dag van deze discipelen, met deze topervaring, die toch ook verpletterend was. Ze hoeven niet bang te zijn, want Jezus is gebleven. Hij alleen. En Hij neemt hen mee. Zoals Hij ook ons meeneemt. En dichtbij Hem mogen angst, onzekerheid en leegte wijken.

Nee, Jezus gaat niet als Mozes en Elia zo, vanaf die bergtop, de hemel in. Hij daalt weer af, het dal in. Want daar wachten mensen die Jezus nodig hebben. Zoals die vader met z’n zieke jongen. Maar daar wacht ook de weg naar Jeruzalem, zijn exodus, naar die andere berg: Golgotha. Hier op deze berg werd Jezus geopenbaard in glorie, maar op die andere berg, de kruisheuvel, zal Hij geopenbaard worden in schaamte en schande. Hier was zijn kleding wit als het licht, daar worden zijn kleren van het lijf getrokken en wordt erom gedobbeld. Hier vergezelden Mozes en Elia Hem, daar twee misdadigers, die meegekruisigd worden, aan weerszijden één. Hier overschaduwde een stralende wolk Hem, daar een drie uur durende verstikkende duisternis. Hier klonk de stem van Zijn Vader uit de hemel. Daar is Hij door God verlaten en verklaart een Romeinse hoofdman hardop dat Hij Gods Zoon is.
Ja, en dat laatste is precies de crux, gemeente. Niet voor niets noemt de evangelist Johannes Jezus’ kruisiging ook een verheerlijking. In zijn kruisiging is zijn glorie te zien. En in zijn glorie het kruis. Net als die eenvoudige afbeelding van Taizé uit het kindermoment. De Gekruisigde is de Verheerlijkte, de Opgestane en de Opgestane is de Gekruisigde.
Maar die verheerlijking, die glorie, komt dus via de weg door de diepte, de weg van het lijden, de weg van het zaad dat eerst moet sterven om te kunnen ontkiemen en op te staan. U kent toch de lijfspreuk van onze stad Gouda? ‘Per aspera ad astra.’ Oftewel: door de doornen, door de beproevingen, naar de sterren… Deze spreuk gaat ook op voor Jezus, en voor iedereen die Hem volgt…

Dan is het natuurlijk heerlijk als we zulke topervaringen in de rug hebben. Zulke ervaringen waar de preek mee begon. Dat je God zo dichtbij weet. Dat je het vuur van de Heilige Geest voelt branden. Dat je een wonder van God meemaakt. Net als die verheerlijking op de berg zijn het al voorproefjes van die uiteindelijke heerlijkheid, van de glorie die ons wacht. Maar daarvoor gaat de weg wel eerst door het dal, door de diepte.
Maar godzijdank gaat die oproep van de stem wel mee: ‘Luister naar Hem!’ Die stem die ook hier klinkt, als de Bijbel opengaat, als daaruit gelezen en verkondigd wordt. Kijk, als onze eigen topervaringen, die bijzondere momenten, langer geleden zijn en we voor ons gevoel droogstaan, dan kunnen we altijd blijven luisteren naar Christus. Zijn woorden tot ons laten doordringen. En die woorden werken wat uit, als we werkelijk horen en gehoorzamen. Zeker weten!

Iemand die die stem hoorde én gehoorzaamde, was vader Frans van der Lugt. Deze Nederlandse priester leefde in de Syrische stad Homs, te midden van christenen en moslims. Iedereen was welkom in zijn kerk. Dat bleef zo, ook toen de stad door het gruwelijke oorlogsgeweld verwoest werd. Velen vluchtten weg. Maar Vader Frans bleef. Terwijl de bommen om de kerk heen vielen, vierden ze op Palmzondag de eucharistie, bereidden ze zich voor op Pasen, ‘de opgang, van de dood naar het leven’, zoals Vader Frans dat noemde.
Waarom bleef hij? Waarom bleef ook toen iedereen welkom? Moslim en christen? Vader Frans zei: ‘Dat heeft alles te maken met die Ene, wiens leven ook gruwelijk eindigde, maar Hij vluchtte er niet voor weg. Hij gaf alles wat Hij had, tot in de dood: Jezus Christus. Bij Hem wil ik horen. Bij Hem heb ik alleen maar liefde gezien en die liefde gaat door, ook als ik er niet meer ben.’
En op een dag gebeurde het. Er stond een man voor de deur. Vader Frans kon het niet goed zien, omdat de honger z’n blik wazig maakte. Het was een terrorist, die hem door zijn hoofd schoot. Zo liet Vader Frans het leven, maar wat hij achterliet, was zijn boodschap – die hij in de praktijk had gebracht! – van onvoorwaardelijke liefde en trouw, aan Christus en de mensen.

Gelukkig verkeren wij niet in zulke omstandigheden. Maar het gaat om dezelfde Heer, om zijn weg, om zijn woord, om zijn hand op ons hoofd: ‘Je hoeft niet bang te zijn. Dus sta op. En als je in mijn spoor gaat, zul je gezegend worden en tot zegen zijn. Zullen ook anderen mijn liefde en licht ontvangen.’ Daarom: 

Zoekend naar licht hier in het duister,
zoeken wij U, waarheid en kracht.
Maak ons uw volk, heilig, vol luister,
schijn in de donkere nacht.

Amen

zingen (met combo)         Nieuwe Liedboek 1005 Zoekend naar licht hier in het duister

kinderkoor Joy zingt  Zegen van God

zegening van Jonathan Eljada David van den Brink

zingen (staande)    Evangelische Liedbundel 501:1 Vrede van God

dankgebed en voorbede

dienst van de offeranden            Tijdens de collecte zingt het combo Wonderlijk van Sela.

zingen           Evangelische Liedbundel 170 Groot is uw trouw, o Heer

zegen

kinderkoor Joy zingt  Ik wens jou