zingen     Gezang 1:1,4

stil gebed

votum en groet       

openingstekst ‘God is een toevlucht te allen tijde.’ (Psalm 46:1 ber.)

zingen     Psalm 46:1,3

lezing van het gebod       uit Romeinen 13

zingen     Gezang 481:1

gebed om de verlichting met de Heilige Geest

zingen (kinderlied)   Evangelische Liedbundel 430

kindermoment

Ik heb vanmorgen iets meegenomen dat ik altijd bij me heb en die ga ik jullie geven. Ja, dat doen we met nieuwjaar: elkaar een hand geven en dan wordt er ook nog altijd iets bij gezegd, wat bijvoorbeeld?
Weet je wat mijn vader altijd zei: ‘De beste wensen.’ Ja, wat zou jij wensen voor dit jaar?
Maar wat zouden de béste wensen zijn? Wat kun je je het beste wensen voor 2017? Weet je wat ik jullie wens? Dat jullie gelukkig mogen zijn, dat het goed met je gaat, dat je samen met de Here God het jaar door mag gaan, dat je dicht bij Hem blijft en mag vertrouwen dat Hij bij jou blijft, elke dag. Ja, dat zijn mijn beste wensen voor jullie en ik hoop dat jullie het ‘best’ zullen hebben in de kindernevendienst.

schriftlezing    psalm 91 (uit de NBG-vertaling)

zingen     Psalm 91:1,5

tekstlezing       Psalm 91:9a ‘Want Gij, o HERE, zijt mijn toevlucht.’

verkondiging

Gemeente van Jezus Christus,

Het is al een oude traditie om op nieuwjaar Psalm 91 te lezen, te zingen. Waarom eigenlijk? Waarom nu op nieuwjaar precies deze Psalm?
Het is een Psalm waarin het volgens het opschrift van de NBG-vertaling gaat over godsvertrouwen. Inderdaad en hoe! Psalm 91 is ook wel ‘het hooglied van het vertrouwen in God’ genoemd. En niet voor niets, want nergens wordt dit krachtiger uitgesproken dan juist hier. Hoger kun je toch eigenlijk niet het vertrouwen in God verwoorden dan hier gebeurt?! In m’n eigen woorden: omdat de Here God redt, beschermt, bewaart en behoedt, geef ik me helemaal en restloos aan Hem over, vertrouw ik dat ik bij Hem in goede handen ben, altijd.
Daarom is het ook niet verwonderlijk dat deze Psalm zoveel mensen aangesproken heeft en aanspreekt. Juist in moeilijke situaties wordt er naar deze Psalm gegrepen. Zoals die vrouw in Zeeland in 1953, toen het water kwam. Ze las samen met haar man, terwijl het water steeg, deze Psalm over Gods bescherming in gevaar. Misschien heeft u zelf ook weleens juist deze Psalm opgeslagen, toen u voor een moeilijke situatie stond, toen er van alles op u afkwam: dan grijp je je toch vast aan zo’n bemoedigende en vertrouwenwekkende Psalm?!
En dus ook aan het begin van het nieuwe jaar. Een jaar dat nog helemaal blanco voor ons ligt. Oningevuld. En wat de bladzijden voor ons gaan vertonen, wat ons gaat gebeuren, wat we gaan meemaken; we weten het niet. Natuurlijk heb je je verwachtingen en natuurlijk staat er al van alles in je nieuwe agenda, maar of je het gaat meemaken en zo ja hoe precies; wat er allemaal voor verrassingen staan te wachten: mooie, maar ook moeilijke; blijde, maar ook verdrietige: je weet het niet. Je kunt het ook niet weten. Wat dat betreft is het echt blanco.
En juist met het oog daarop is deze Psalm zo bemoedigend en hoopvol: wat er ook gebeurt, wat je ook boven het hoofd hangt in dit nieuwe jaar; als je je vertrouwen op de Here God gesteld hebt, op de Vader van onze Here Jezus Christus, dan geniet je Zijn bescherming, dan ben je geborgen bij Hem. Of zoals onze tekst het in één korte zin zegt: ‘Want Gij, o HERE, zijt mijn toevlucht.’ Die ene zin drukt al dat vertrouwen en heel die geborgenheid uit die je bij de HERE mag genieten. Die ene zin zegt in feite genoeg. Dat waar het op aankomt, ook in een nieuw jaar.

‘Jazeker, prachtige woorden uit dit ‘hooglied van het vertrouwen in God’. Maar ik vind het eerlijk gezegd te hoog. Zeker die woorden na onze tekst: ‘De Allerhoogste hebt gij tot uw schutse gesteld; (en dan komt het:) geen onheil zal u treffen, en geen plaag zal uw tent naderen.’ Dat gold dan misschien voor die ene Zeeuwse vrouw, maar andere Zeeuwen hebben deze Psalm toch ook gelezen, vertrouwden toch ook op de Here, maar zij werden meegesleurd door het donkere water en verdronken. Hen trof het onheil wel! En wat dacht je van dat zevende vers: ‘Al vallen er duizend aan uw zijde, en tienduizend aan uw rechterhand, tot u zal het niet genaken.’ De dichter Schulte Nordholt haalt juist deze woorden aan als er een rouwkaart op z’n deurmat valt, van Karin, een goede vriendin:

KARIN IS DOOD

Het wordt routine. Er gaat bij mijn post
geen week zonder een grijsomrande brief voorbij.
Er zullen, staat er, aan uw rechterzij
duizenden vallen. Paradise lost.

Maar tot u, zegt de kalme psalmist,
zal het niet genaken. En zo leven wij ook,
als waren wij veilig onder de rook
van geruststellende woorden. Het is

onmogelijk om ooit de werkelijkheid
echt onder ogen te zien. Maar vandaag
toen jouw rouwkaart kwam, was er bij mij geen vraag
naar het mysterie van dood en tijd,

enkel verbijsterde woede. We gaan,
riep ik, wanhopig en theatraal,
er allemaal aan. Zie je wel. het verhaal
wordt eentonig. Dodelijk is het bestaan.

Begrijpelijk zo’n reactie. Maar dat lijkt me toch niet de strekking van ons tekstgedeelte: geruststellende woorden van een kalme Psalmist. Alsof het hier om een ijzeren garantie zou gaan: Als ik op God vertrouw, gebeurt mij niets; treft mij geen ongeluk, geen ziekte, geen dood. Dat doet mij denken aan iets wat ik ergens las. Sint Christoffel is voor een rooms-katholiek de beschermheilige van de reizigers. Misschien hebt u dat weleens gezien bij een rooms-katholiek iemand: een hangertje of een plaatje van Christoffel, de reus die volgens de legende de kleine Jezus door de kolkende rivier droeg. Later is die Christoffel dus de beschermheilige van reizigers en speciaal de automobilisten geworden. Een Amerikaanse firma bedacht iets nieuws: als de auto meer dan 100 kilometer per uur gaat rijden, lichten er onder de afbeelding van de heilige de woorden op: ‘Reken niet langer op mij!’
Nou, zulke woorden lichten bij wijze van spreken ook op onder Psalm 91. Deze psalm met al die geweldige beloften is geen garantie dat je niets overkomt: geen ongeluk, geen ramp, geen ziekte of handicap, geen lijden of verdriet. Deze Psalm schakelt namelijk je eigen verantwoordelijkheid niet uit. Als je inderdaad te hard rijdt, weet je dat de risico’s groter worden, voor jezelf en voor anderen. En al helemaal als je met een slok op achter het stuur gaat zitten; dan kun je je natuurlijk niet verschuilen achter de beloften van God: ‘Mij zal geen onheil treffen.’ Ook niet als je je lichaam verwaarloost, als je geen rem en geen rust kent. En als je Gods goede geboden achteloos terzijde schuift en zelf je richting bepaalt, dan moet je niet denken dat op die weg Gods engelen aan je zij zijn.
Maak daarom geen misbruik van deze prachtige teksten uit deze Psalm. Met andere woorden: blijf op de waarschuwing onder deze woorden letten. De Here God werkt echt niet buiten onze eigen verantwoordelijkheid en buiten ons eigen verstand om!

En laten we niet vergeten dat de Psalm begint met het vertrouwen, vers 1 en 2: ‘Wie in de schuilplaats van de Allerhoogste is gezeten, vernacht in de schaduw van de Almachtige. Ik zeg tot de HERE: Mijn toevlucht en mijn vesting, mijn God op wie ik vertrouw.’ En voordat in vers 10 gezegd wordt dat u geen onheil en plaag zal treffen, gaat het ook eerst in vers 9, onze tekst, over dat vertrouwen: ‘Gij, o HERE, zijt mijn toevlucht.’ Anders gezegd: de kern van deze Psalm is niet de bescherming en de beveiliging tegen het gevaar. De kern is het vertrouwen in God, die een Toevlucht is.
Onze toevlucht, ook voor 2017, is dus geen atoomvrije bunker, en ook geen all-risk verzekering, of ons banksaldo of aandelenpakket. Nee, onze Toevlucht is een persoon. ‘HERE’ is Zijn naam. Met allemaal hoofdletters. Die veelzeggende naam. Daarin zit aan de ene kant zijn onvergelijke grootheid en uniekheid: ‘Ik ben die Ik ben’ betekent die naam HERE namelijk letterlijk. Zoals Hij is er geen ander. Maar dat betekent niet dat Hij onbereikbaar en onkenbaar is. Want die naam HERE betekent namelijk ook ‘Ik ben erbij.’ En daarom is de HERE ook een toevlucht. Kunnen we naar Hem toe, ieder moment, ook van het komend jaar. Kunnen we zelfs naar Hem toe vluchten, als het gevaar dreigt, als de omstandigheden donker worden, maar ook met onze blijdschap en onze dankbaarheid. Hij is Degene bij Wie we het allemaal kwijt kunnen, bij wie we onszelf kwijt kunnen en onszelf mogen zijn. En welk mens verlangt er niet naar geborgenheid, naar bescherming, naar koestering en liefdevolle aandacht? Dat ontvangen we als we onszelf toevertrouwen aan de HERE, de liefdevolle Vader van onze Here Jezus Christus.
Prachtig wordt die toevlucht omschreven in vers 4: ‘Met zijn vlerken beschermt Hij u, en onder zijn vleugelen vindt gij een toevlucht.’ Ik moest denken aan zo’n ouder-pinguïn. In de barre kou van de Zuidpool kruipt het jong onder diens vleugels: veilig, warm. Zo mogen we bij de Here God schuilen. Zo mogen we ons, gemeente, koesteren aan Zijn ongekende liefde. Neem daar de tijd voor, ook het komende jaar, stille tijd ook, om die Toevlucht te zoeken en te vinden. Want vanuit die Toevlucht kun je het leven aan. Als je in Christus, door de Heilige Geest, deze God kent, deze Hemelse Vader, dan mag je ook weten dat je beschermd bent, veilig bent, in welke omstandigheden ook. Dan ontvang je ook de moed om die omstandigheden aan te kunnen. Zoals die bediende die tegen zijn heer zei, toen deze tijdens de pest Londen wilde verlaten: ‘Uw God woont dus buiten en niet in de stad?!’ De heer bleef en werd niet ziek.

Tegelijk heeft juist Christus ons laten zien dat het nog dieper gaat: dat als je je aan Hem hebt toevertrouwd dat zelfs al ben je gestorven, je dan toch leeft. Dat in de verbondenheid met Hem niets – geen ziekte, geen machten, geen duivel of dood – echt niets ons van Hem kan scheiden. En dan worden die geweldige beloften van Psalm 91 nog eens op een dieper niveau helemaal waar: ‘geen onheil, geen plaag zal u treffen. En al vallen er duizenden aan uw zijde, tot u zal het niet genaken.’ Nee, want dan kan niets je scheiden van de liefde van God. Lof zij U, Christus! Amen.

zingen     Gezang 323:8

gedenken van overleden gemeentelid

danken en voorbeden    

inzameling van de gaven

slotlied    Gezang 1:4

zegen