afkondigingen 

zingen                       Gezang 21:1 

stil gebed 

votum en groet

aanvangstekst        ‘Hoe groot is het geluk dat U hebt weggelegd voor wie U vrezen, dat U   bereid hebt voor wie schuilen bij U, heel de wereld zal het zien.’ (Psalm 31:20)

zingen           Gezang  21:3,6,7

lezing van het gebod des Heren          uit Matteüs 5

zingen           Psalm 119:1

gebed om de verlichting met de Heilige Geest

zingen (met combo)                     Hemelhoog 327 Diep diep diep als de zee

kindermoment 

Van tevoren dacht ik: ik ga het bij het kindermoment hebben over het vrouwenvoetbal, want ‘we’ staan in de finale. Wie had dat verwacht?
Maar toen gebeurde er gisteren iets. Dit…

Wat is dit? Een gele trui. Waar kun je die winnen? In de Tour de France. Maar hebben jullie gezien wat er bovenaan zit: rood-wit-blauw. Gisteren won een Nederlander de eerste etappe van de Tour de France! Wie was dat? Mike Teunissen. En omdat het de eerste rit was, kreeg hij ook de gele trui. Dat is de beste uit de Tour de France op dat moment. Weet je hoe lang het geleden was dat een Nederlander die gele trui aan had? 30 jaar!! Toen waren jullie er nog niet eens. En je vader of moeder ook niet, of net… Of in ieder geval nog een kind…
En die Mike Teunissen zou eigenlijk helemaal niet gaan winnen, maar z’n ploegmaat die heel goed kan sprinten. Weet iemand wie dat is? Dylan Groenewegen. Die had er alles op gezet om te winnen. En Mike Teunissen zou hem daarmee helpen. Dylan Groenewegen zou gewoon dicht achter hem aan gaan rijden, en dan het laatste stukje afmaken. Maar toen viel Groenewegen. Met nog heel veel anderen. En toen was Mike Teunissen Groenewegen kwijt. Hij de knecht van Groenewegen moest het opeens zelf doen. En hij dacht: ik probeer het. En hij sprintte naar de finish, samen met nog iemand. En hij won. Het was maar zo’n stukje verschil. Maar het was genoeg. En toen had hij de gele trui! Als eerste Nederlander sinds 30 jaar.
Kijk, misschien denk je wel eens. Wat stel ik voor? Ik haal niet van die hoge cijfers. Ik word nooit als eerste gekozen bij gym of bij partijtjes. Maar als je iets voor een ander doet. Als je een ander helpt. Als je weet, als je gelooft: God kent me, Hij houdt van me, voor Hem wil ik het goede doen. Jezus wil ik volgen, weet je, dan ben je ook een winnaar. Dan ben je echt te feliciteren. En dat is nog veel meer waard dan zo’n gele trui. Dat wilde ik jullie vertellen. Een goede kindernevendienst en tot straks.

schriftlezingen  Psalm 84 en Romeinen 5:1-5 

zingen (met combo)         Psalmen voor Nu 84

verkondiging           Thema: ‘We mogen van geluk spreken’

Gemeente van Jezus Christus,

Tijdens mijn studieverlof las ik o.a. de pas verschenen Gewone Catechismus. Hieraan werkten verschillende theologen mee. De ondertitel luidt: ‘Christelijk geloof in 100 vragen en antwoorden.’ Het doel van dit boek is om het christelijk geloof op een hedendaagse manier over te dragen aan volgende generaties en hen te inspireren vanuit dat geloof te leven. Dat is natuurlijk een mooi, een zeer wezenlijk doel. Het boek slaagt daar mijns inziens ook in. Ik las het met grote instemming en veel waardering.
De eerste vraag is gelijk al helemaal raak: ‘Waarin vind jij je geluk?’ Over hedendaags gesproken… Want wie is er vandaag de dag niet op zoek naar geluk? Zelfs Nederlanders, die hoog scoren in de lijstjes van meest gelukkige mensen ter wereld, zoeken het gelukkige leven. U en jij vast ook… Waarin vind u, vind jij je geluk…?
Er kunnen allerlei antwoorden op gegeven worden. Geluk is… een blij gevoel, leven in welvaart, een veilig bestaan, dat het goed gaat met de kinderen, de kleinkinderen, dat je je geen zorgen maakt, of wat het voor u of jou dan is…

In onze cultuur wordt sterk benadrukt dat iedereen verantwoordelijk is voor zijn of haar eigen geluk. Dat heeft al hele oude papieren… De filosoof Aristoteles zei al dat het streven naar geluk wezenlijk is voor de mens en dat het geluk in principe binnen het bereik van de menselijke mogelijkheden ligt. Geluk is blijkbaar maakbaar. Als een soort Zwitserleven-gevoel…
De Vlaamse psychiater Dirk de Wachter zet zich hier tegen af: ‘De gelukkige mens zegt: “Kijk eens hoe fantastisch ik ben! Ik ben gelukkig en ik heb dat zelf gedaan!” Maar De Wachter noemt dat onzin. Hij stelt dat geluk, op z’n Vlaams, heel veel ‘chance’ is, oftewel toeval, in de zin dat het je toevalt. Waar je weinig aan kunt doen, net als dat ook voor het ongeluk geldt. Er zijn namelijk ook heel wat mensen die erg kwetsbaar en door noodlottige omstandigheden ongelukkig zijn. Zulke mensen moeten we niet gaan stigmatiseren. Alsof het ongeluk dat ze meegemaakt hebben, of nu meemaken, hun eigen schuld is. Dat is het twee keer miserie!’ Aldus De Wachter, wederom op z’n Vlaams, maar wel heel duidelijk, en terecht. Geluk is niet maakbaar.

Dat is ook de inzet van de Bijbel. Die het trouwens wel over geluk heeft. Vaak genoeg. Neem die 84e Psalm die we vanmorgen lazen. Op de vraag ‘Waarin vind jij je geluk?’ geeft deze Psalm antwoord. Zelfs in drievoud. Drie gelukwensen staan er, drie felicitaties dus. We mogen dus echt van geluk spreken. Maar wanneer, hoe dan?
Het eerste antwoord vinden we in vers 5, de eerste felicitatie: ‘Gelukkig wie wonen in uw huis, gedurig mogen zij U loven.’ Psalm 84 is een pelgrimslied, gedicht door iemand die regelmatig de reis naar de tempel heeft ondernomen om daar één van de grote feesten te vieren, samen met zovele anderen. Maar dat is altijd weer een momentopname. Hij moet weer terug naar z’n woonplaats, z’n thuis. Met nauwelijks verholen jaloezie kijkt hij daarom naar die mensen die daar in of bij de tempel permanent zijn, die er wonen: de priesters, de Levieten (zeg maar het tempelpersoneel). Zij zijn daar kind aan huis. Ze kunnen voortdurend bezig zijn met de dienst aan God. Ze loven Hem gedurig. Dan mag je van geluk spreken. Dan ben je te feliciteren. Aldus de dichter.
Psalm 84 is een geliefde Psalm. Het gaat over iets heel herkenbaars: over verlangen naar God, over thuiskomen bij Hem. Ook al is die tempel er niet meer. We mogen wonen bij God, wonen in zijn liefde, ons daar helemaal in thuisvoelen, en telkens weer thuiskomen bij Hem, hier in de kerkdienst, maar ook in onze persoonlijke omgang met God, als we bidden, als we bijbellezen, als we bij Hem vertoeven. Daar mag je je geluk vinden, een hele diepe vorm van geluk.

De tweede gelukwens in de Psalm komt al in het volgende vers, vers 6: ‘Gelukkig wie bij U hun toevlucht zoeken, met in hun hart de wegen naar U.’ Letterlijk staat er: ‘Gelukkig de mens van wie de kracht in U is.’
Dit tweede antwoord op de vraag ‘Waar vind jij je geluk?’ is helder: geluk vind je dus ten diepste niet in jezelf, in je eigen mogelijkheden. Dat is ook de kritische insteek van de Bijbel, van het geloof, juist met betrekking tot de hedendaagse zoektocht naar geluk. Daar ligt, zoals gezegd, de nadruk op de maakbaarheid van het geluk. Moderne geluks-goeroes stellen dat je je geluk vindt door je doelen te realiseren. Dat moet je zelf doen. Maar wat nou als dat niet lukt?! Wat nou als je die positieve mind-set, zoals dat vaak genoemd wordt, niet krijgt. Wat nou als je die kracht niet uit jezelf kunt halen? Als het op is? Als je opgebrand raakt, uitgeblust?
Hoe kritisch is de Psalm niet alleen, maar ook bevrijdend. Want daar ligt de focus niet bij jouzelf, maar buiten jezelf, niet bij je eigen kracht, maar op die van God. Gelukkig ben je als je juist afziet van jezelf en de Here God je krachtbron is. Bij Hem mag je immers wonen, thuiskomen, hoe je je ook voelt, wie je ook bent. Als dat niet bevrijdend is! De tweede zin uit deze gelukwens heeft het ook over dat thuiskomen: ‘Gelukkig ben je als in je hart de wegen zijn naar God.’ ‘Gebaande wegen’ mag je ook vertalen. Ook dat is bevrijdend, want het geeft al aan, dat jij zelf die weg niet hoeft te banen, niet hoeft te kappen door het oerwoud van het leven. De wegen zijn er. Ze zijn gebaand. Door God zelf. En begaan door al die anderen die die weg naar God ook kennen én gegaan zijn. Je bent niet de eerste. Je bent niet de enige. Samen zijn we pelgrims, zijn we onderweg, mogen we de wegen vinden en gaan naar God toe. Elkaar daarin bijstaan en steunen. Ook dat is een groot geluk!

De derde gelukwens in de Psalm staat helemaal aan het eind, vers 13: ‘HEER van de hemelse machten, gelukkig de mens die op U vertrouwt.’ Eigenlijk is het woord gelukwens toch een beetje vreemd in dit verband. Want een gelukwens zeg je tegen een medemens, maar hier in de Psalm wordt er telkens over geluk gerept tegen de Here God. Logisch, want het is een Psalm, een gebed, een lofprijzing. Het is op God gericht, tot Hem geuit.
Misschien is dat ook wel het diepste geheim van het geluk zoals de Psalm dat tekent. Het is geen doel in zichzelf. Dat is God. Het gaat om Hem, om wonen bij Hem, om Hem gedurig loven, om kracht in Hem zoeken, toevlucht bij Hem, om de wegen naar Hem, om het vertrouwen op Hem, zoals het hier staat. Dan vloeit het geluk daaruit voort, als een soort bijproduct, zei iemand.
Het gaat in de Psalm van verlangen – vers 3: ‘Van verlangen smacht mijn ziel’ – naar vertrouwen, vers 13: ‘Gelukkig de mens die op U vertrouwt.’ Vertrouwen is stabiliteit, is rust vinden in een ander, in dé Ander: de Here God. Geluk betekent niet alleen steeds onderweg zijn naar God, naar Hem verlangen, maar het houdt ook in dat je rust en zekerheid vindt in God. Martin Buber vertaalt hier: ‘Geluk is er voor de mens die zich vastmaakt aan U.’ Dus houvast vinden in Hem, dat is vertrouwen. Hier wordt ook duidelijk dat geluk niet maakbaar is, maar dat je het ontvangt. Dat het niet draait om jouw ik: ‘Hoe kan ik zo gelukkig mogelijk worden? Hoe geniet ik optimaal? Hoe voorkom ik verdriet en pijn?’ Nee, ik weet me vastgehouden door Hem. Ik vertrouw, te midden van alles wat verandert, wat onzeker is, me aan Hem toe. Of zoals het zo mooi staat in die Gewone Catechismus, bij de toelichting: ‘De sleutel tot geluk ligt niet in onze activiteit, maar in onze overgave (…) niet door wat je doet en voor elkaar krijgt, word je gelukkig, maar door wat je als geschenk ontvangt.’
Prachtig komt dat tot uitdrukking in het antwoord op die eerste vraag van de Gewone Catechismus waar ik de preek mee begon: ‘Waarin vind jij je geluk?’ Dan luidt het antwoord: ‘Mijn geluk is dat Jezus Christus mij gevonden heeft. Hij offerde zichzelf op om mij thuis te brengen in de liefde van God. Zijn Geest maakt in mij de hoop wakker op Gods nieuwe toekomst, voor mij en heel de wereld.’
Merk je: hier wordt het perspectief ook omgedraaid. Het gaat bij het diepste geluk er niet om wat ik doe en voor elkaar boks, maar dat ik gevonden ben, door Jezus Christus. Wat Hij voor mij gedaan heeft, hoe Hij zich daarin voor mij opofferde. Daarom mogen we van geluk spreken, of zoals we Paulus horen jubelen in Romeinen 5: ‘Daarom prijzen we ons gelukkig.’ Het gevonden zijn door Jezus Christus hoor ik terug in de beginzin daar: ‘We zijn als rechtvaardigen aangenomen op grond van ons geloof en leven in vrede met God door onze Here Jezus Christus.’ Met al ons tekort, met al onze missers, worden we gerechtvaardigd, worden we aanvaard, door het geloof, oftewel datzelfde vertrouwen waar de Psalm over spreekt, ons toevertrouwen aan de Here Jezus, ons door Hem laten vinden, ons vastmaken aan Hem. Dan leven we in vrede met God. Dan is het goed, tussen God en ons. Dan is er geen veroordeling, geen afwijzing. Wat een geluk!

Nee, dat is geen geluk zonder schaduw of moeite. Dat is ook geen instant-geluk, dat meteen onder handbereik ligt. Nee, het is een weg hoorden we al in de Psalm. Een weg die ook niet altijd makkelijk is. De Psalm heeft het in vers 7 over een ‘dal van dorheid’, of zoals Luther het vertaalde: ‘een tranendal.’ De pelgrims moesten, voor ze bij Jeruzalem waren, nog door een dal waar het gloeiend heet was, waar zgn. ‘balsemstruiken’ groeiden, met bladeren die ook vocht konden druppen. Dat zag er uit als tranen.
Het is zeker ook een beeld voor de dalen, de dorheid, de moeiten die onze weg kunnen kenmerken, de tranen die daar vloeien. Het is goed dat iemand als Dirk de Wachter dat ook eerlijk benoemt. Dat we daarin zelf ook eerlijk en kwetsbaar durven zijn. Net zoals de Psalm dat dus doet. En zoals Paulus in Romeinen 5, als hij schrijft over ‘ellende’.
Maar tegelijk gebeurt er in beide gedeelten iets met dat ongeluk: met die ellende uit Romeinen 5 en met dat dal van dorheid in Psalm 84. De dichter van de psalm zegt dat het dal verandert in een oase, waar rijke zegen neerdaalt als regen. Heel letterlijk kan dat slaan op de herfst, de tijd van het Loofhuttenfeest, als de pelgrims de verkwikking van de regen voelen en dat dorre dal daardoor verandert in een groene streek. Maar het gaat nog dieper, denk ik, dat je juist in zulke dorheid, in zulke moeitevolle perioden toch zegeningen kunt ontdekken, die kracht van God, zijn houvast. Paulus schrijft zelfs: ‘we prijzen ons zelfs gelukkig onder alle ellende.’ Dat is geen masochisme. Nee, Paulus verklaart het ook: ‘Omdat we weten dat ellende tot volharding leidt, volharding tot betrouwbaarheid, en betrouwbaarheid tot hoop.’ Anders gezegd: door het uit te houden in die ellende, door je daarin gedragen te weten, wordt je geloof betrouwbaar, beproefd, vuurvast en dat leidt weer tot hoop. De vaste hoop dat die ellende niet het laatste woord heeft, maar hoort bij die weg die verder gaat, waar God erbij is, waar God door zijn Geest zijn liefde in je hart uitstort, waar je die diepe vrede door Christus ervaart, de weg die voert naar Gods huis, naar zijn toekomst, naar zijn heerlijkheid. Vanwege dat uitzicht mag je je zelfs gelukkig prijzen onder de ellende.

De laatste vraag van de Gewone Catechismus gaat over het avondmaal. Dat sluit ook mooi aan bij vorige week zondag, toen we dat hier vierden. In het antwoord op die 100e vraag wordt iets moois gezegd in het kader van dat geluk waar het vanmorgen over gaat: ‘Zo vaak als ik aan zijn tafel het levensgeluk proef, groeit mijn verlangen om bij Hem te zijn, onze Redder en Heer. Als Hij komt, is ons geluk volkomen.’ Dat is dat uitzicht: bij Hem te zijn, de Redder en Heer, zonder dat iets dat geluk verstoort, zonder ellende, zonder donkere dalen, zonder tranen, zonder barsten en breuken. Een volkomen geluk dus.
Weet je, dat mag je leven hier en nu al stempelen. Het levensgeluk dat we hier mogen proeven, aan de avondmaalstafel, in de kerkdienst, in die momenten als we ervaren hoe goed God is, in al het goede wat we uit zijn hand ontvangen en waar we van genieten: de lach van een kind, een heerlijke maaltijd, vriendschap, mooie muziek, de natuur, enz. enz. Daarin mogen we tekens zien van Gods nieuwe wereld, daarin ‘groet de hemel’ ons, zegt een lied.
Buiten God om is genieten vaak: ‘laten we eten en drinken, want morgen sterven we.’ Maar mét God, met Hem als Bron, is het ‘laten we eten en drinken, want morgen leven we.’ Dan mogen we geloven en hopen dat het mooiste nog komt – dat volkomen geluk – en dat ons levensgeluk hier daar een voorproefje van is.

Mei jongstleden overleed Kinga Bán, de zangeres van Sela. 37 jaar werd ze maar. Vanaf 2012 wist ze dat ze ongeneeslijk ziek was, dat ze zou gaan sterven. In een indrukwekkend In Memoriam vertelt Adrian Roest, de toetsenist van Sela: ‘Kinga had een eigenschap die ik soms inspirerend en dan weer irritant vond: ze leefde bij de dag. Het inspireerde me, omdat ik me regelmatig zorgen maakte en maak over morgen. En ook omdat ik eindeloos plannen kan maken en daardoor vergeet vandaag te leven. Het irriteerde me ook, omdat ze regelmatig dingen te laat regelde. (…) Maar het bij de dag leven was een groot geschenk tijdens haar ziekte. Als ik dacht aan haar naderende sterven, had zij het over de mooie dingen van vandaag. In al haar lijden kon ze zo genieten van de kleine dingen, met de kinderen, het schrijven van liederen, en nog veel meer… Nu is ze niet meer bij ons en is de irritatie verdwenen. Wat blijft is de inspiratie: waarom wachten als het vandaag kan? Waarom zo keihard werken? Waarom zo veel van huis, als je meer bij je partner/gezin wilt zijn? Is dat echt wat je wilt? Leef en wacht daar geen dag langer mee. Stel niet langer uit. En geniet, vandaag, van al het goede dat God je vandaag wil geven.’

Zo is het. Je mag je gelukkig prijzen, je mag van geluk spreken, in de diepste zin van het woord, als je zo vanuit, met en voor de Heer leeft, tot de grote dag dat het geluk volkomen zal zijn. Halleluja!

Amen

zingen (met combo)         Ik zal er zijn van Sela

dankgebed en voorbeden         

inzameling van de gaven           

zingen           Psalm 73:9 

zegen