zingen           Psalm 146:1

stil gebed

votum en groet

aanvangstekst    
‘In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God (…) In het Woord was leven en het leven was het licht voor de mensen.’ (Johannes 1:1,4)

speciaal welkom van vluchtelingen (met Arabische tolk)

zingen           Hemelhoog 707 Met open armen.

lezing van het gebod       uit 1 Johannes 4:7-16

zingen   Psalm 86:4

gebed om verlichting met de Heilige Geest

zingen           Opwekking 733 ‘Tienduizend redenen’

kindermoment

Het is vandaag dus Kerkproeverij. Ik wil daarom vanmorgen beginnen met een vraag: wat is jouw lievelingseten?
Weet je wat ik heel lekker vind? Een roerei. Weet iemand wat dat is? Nou, je neemt een aantal eieren. Die breek je en doe je in een beslagkom. Daarbij doe je net zoveel eetlepels melk. Je doet er nog wat peper en zout bij en dan ga je roeren. Heel hard roeren, met een garde. Als het mooi gemengd is, giet je het in een koekenpan die op het vuur staat. Flink hoog vuur. En dan ga je met een spatel weer roeren. Je krijgt dan een roerei, heerlijk op brood. Ook mijn kinderen zijn er gek op.
Nou, dat wilde ik dus vorige week zondag maken. Ik had al een stuk of vier eieren gebroken op de rand van de beslagkom en toen had ik deze. Ik sloeg. Mmm, wel een hard ei zeg! Nog een keer… Hij brak nog niet. Nog een keer… En toen dacht ik: hij klinkt ook anders. Wat doffer. Bleek het een nep-ei te zijn van rubber. Voel maar…

Nou, was ik toch mooi gefopt.
Maar toen dacht ik: hier leer ik weer wat van. Iets kan toch anders zijn dan je denkt… Heb je dat wel eens meegemaakt met iemand in de klas. Die zag er misschien best wel een beetje anders uit. Die leek misschien een beetje raar. Maar toen je met diegene ging spelen, toen je hem of haar beter leerde kennen, was-ie eigenlijk best heel aardig. Of je maakt iets moeilijks mee. Je denkt: waar is dit nou goed voor? Dat ik ziek ben… Dat ik verdrietig ben… Dat ik ergens bang voor ben. Maar je vertelt het aan je papa of mama, en die zijn zo lief voor je, die verwennen je een beetje extra, die bidden voor je. En dat is eigenlijk ook wel weer heel mooi. Zo werd het toch anders dan in het begin, dan aan de buitenkant zeg maar.
Weet je, de Here God ziet door alle buitenkanten heen. Of je nu een zacht eitje bent of een harde zeg maar. Hij kent je. Hij weet precies wat je nodig hebt.
Nou, dat leerde ik door dit vreemde ei… En nu jullie ook. Een goede kindernevendienst voor groep 1-6 en een fijne kerkdienst voor de rest.

schriftlezingen                   Johannes 3:14-17, 17:1-3 en 1 Johannes 5:10-13

zingen           Gezang 75:1,3

verkondiging          Thema: ‘Stil-leven’

Gemeente van Jezus Christus,

Over smaak valt natuurlijk wel degelijk te twisten. Neem een willekeurig schilderij. De één vindt het prachtig, de ander vindt er weinig aan. De één houdt van figuratieve kunst (waar je tenminste nog op ziet wat het voorstelt) en de ander vindt abstracte kunst veel mooier. ‘Nou, dat kan mijn zoontje van drie ook!’ roept dan weer een ander. Over smaak valt dus wel degelijk te twisten.
Dat geldt ook voor de schilder die ik vanmorgen even voor het voetlicht wil halen: Henk Helmantel. Vorig jaar was er in Museum Gouda nog een mooie tentoonstelling van hem. Het is me trouwens niet gelukt om een echt schilderij van hem mee te nemen. Maar gelukkig hebben mijn ouders een boek met werk van hem, even inscannen, doormailen naar de beamerman, een druk op de knop en ‘klaar is Kees’!

Ja, die Helmantel is vooral heel goed in stillevens. Neem deze: ‘Stilleven met appels en gele bak’. De compositie is mooi, in al z’n eenvoud. De appels zijn zo echt, inclusief hun beurse plekken. Let op de vouwen in het tafelkleed – hoe levensecht! – en niet te vergeten de weerkaatsing van het raam in de groene fles. Schitterend!
Of dan dit stilleven…

‘Broodstilleven.’ Ook hier weer een prachtige compositie, met die glazen, stenen en houten voorwerpen, en daartussen het gerangschikte brood. Van dat laatste loopt het water toch uit je mond?! Zo echt, zo mooi geschilderd is het!

‘Zeker schitterend’, denkt iemand misschien nu wel, ‘maar wat heeft dit nou met het geloof te maken, want daar gaat het hier in de kerk toch om?’
Zeker. Nu is het zo dat die Helmantel een christen is en zich daar ook niet voor schaamt. Hij heeft eens gezegd: ‘Door middel van mijn werk wil ik laten zien hoe groot de Schepper is; ik wil de dingen tot hun recht laten komen in het door God gegeven licht, maar dan wel op een persoonlijke manier, wetend dat ik Hem nooit kan overtreffen.’ Ik vind dit zo’n mooie uitspraak. Door zijn schilderijen wil hij laten zien hoe groot de Schepper is, de dingen tot hun recht laten komen: of dat nu appels of glaswerk zijn, in het door God gegeven licht. En tegelijk beseffend: ik ben en blijf een mens, hierin kan ik God nooit overtreffen. Want Hij is de Schepper, die uit niets alles heeft gemaakt. Hij is de Bron van het licht. En van het leven.

Er is een schilderij van Helmantel – ook een stilleven – waar het geloof er wat dikker bovenop ligt. Het hangt bij ons thuis aan de muur. Nou ja, een repro natuurlijk. Dat bedoelde schilderij heeft als titel: ‘Nieuw leven 2.’ Hier is het:

Je ziet een opengeslagen Bijbel op een wit laken, met daarop een vaasje met een groene tak erin. Let weer op het realisme: de vouwen in het laken, de gekrulde bladzijden van de Bijbel, het spiegelende glas van het vaasje. Als een foto zo echt. Als je beter kijkt zie je dat het vaasje precies op het titelblad van het Nieuwe Testament staat (het tweede deel van de Bijbel is dat). Het is een oude Bijbel, ook in een Oude Vertaling. Dat merk je ook wel aan de woorden die er staan – die gedeeltelijk wegvallen, maar dit staat er op dat titelblad: ‘Het Nieuwe Testament ofte alle boecken des nieuwen verbonts onses Heeren Jesu Christi’ Nu staat dat vaasje precies zo dat het woordje Jesu extra vergroot wordt. Dat heeft die Helmantel natuurlijk niet voor niets gedaan. Daar wil hij wat mee zeggen. Dat dat nieuwe leven dus alles met die Bijbel en daarbinnen met Jezus te maken heeft.

Kijk, die Bijbel is veel meer dan alleen maar letters, woorden en klanken. Ik las ergens een mooi beeld. De Bijbel is het portret van Jezus Christus. De evangeliën zijn de persoon zelf die is afgebeeld in het portret. Het Oude Testament vormt de achtergrond, die de persoon beter laat uitkomen en noodzakelijk is voor de compositie als geheel. De brieven dienen als kleding en uitrusting van de persoon. Zij beschrijven en verklaren hem. Dan, als wij, door de Bijbel te lezen, het portret bestuderen, gebeurt het wonder. De persoon komt tot leven en stapt uit het schilderij en ontmoet ons.’
Kijk, er komen in deze tijd zoveel woorden en zoveel beelden op ons af. Maar mag ik nou eens vragen: welke daarvan bevatten nou echt leven, waar kun je nu werkelijk mee verder, en dan echt wel meer dan een korte kick? Zo is die Bijbel wel bedoeld. Als levende woorden. Woorden die je raken, die je veranderen.
Maar denk niet dat dat automatisch gaat. Nee, niet voor niets staat er op dat schilderij van Helmantel een stukgelezen Bijbel. Je moet wel echt lezen en blijven lezen. Die Bijbel bestuderen. Nog eens overlezen, want soms gaan die woorden pas na een tijd open, ontdek je na verloop van tijd het geheim. Ach, het is trouwens ook niet zomaar dat ik gekozen heb voor het thema ‘stil-leven’, met een streepje tussen stil en leven. Het gaat ook om stil worden. Hoe kun je anders die levende stem van de Heer horen? Als er zoveel stemmen om je heen en in je klinken? Als je nog zo druk bent? Als je gehaast die woorden leest? Nee, stil worden. Dat is niet zo makkelijk, zeker in deze tijd niet. Maar juist in de stilte, door de stilte, spreekt God tot je, gebeurt het wonder dat die woorden levend worden, dat Jezus zelf uit die Bijbel naar je toekomt en je aanspreekt.
Waarom? Omdat Hij zelf het Woord is, zegt Johannes 1. We begonnen er vanmorgen de dienst mee. Jezus is het Woord dat mens geworden is. Anders gezegd: God zelf in menselijke gedaante. En ‘in het Woord was leven’ zegt datzelfde Bijbelgedeelte. Naar Hem luisteren – of zoals het op het schilderij van Helmantel te zien is: aan Hem verbonden zijn – en dat is geloven: zijn woorden indrinken, het helemaal van Hem moeten hebben – als je zo aan Hem verbonden bent, heb je leven. Want in Hem is het leven.
Zo staat het ook in misschien wel de allerbekendste bijbeltekst die er is. Je ziet hem ook nog wel eens in stadions op een spandoek: ‘Joh. 3:16’. Oftewel: Johannes 3:16. Ook die woorden lazen we vanmorgen: die prachtige uitspraak die Jezus tegen Nicodemus doet over zijn eigen missie: ‘Want God had de wereld zo lief dat Hij zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in Hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.’
Eeuwig leven, dat is echt een kernwoord in het Evangelie, vooral bij Johannes. Waarom zou je geloven? Waarom word je christen? Voor het eeuwige leven dus. Het is niet allereerst om een beter mens te worden, om troost en steun te ervaren, maar het is gericht op het eeuwige leven. En let op. Er staat niet dat je dat eeuwige leven ooit zult krijgen. Dat wordt wel vaak gedacht bij het eeuwige leven, als iets toekomstigs: de hemel zeg maar. Nee, het staat in de tegenwoordige tijd. Als je gelooft, heb je eeuwig leven. Nu al. Bij eeuwig gaat het ook niet zozeer om de kwantiteit (heel lang zeg maar), maar om de kwaliteit. Eeuwig wil vooral zeggen: het komt bij God vandaan. En het kan niet kapot. Het is een leven dat gevuld is met God, met Zijn liefde, met Zijn goedheid, met zijn waarheid. En dat leven, dat eeuwige leven, ontvang je dus als je in Jezus gelooft, of als je Jezus hebt, zoals Johannes in zijn brief schrijft.

‘Jezus hebben… Dat klinkt toch alsof je Jezus in je broekzak hebt. Alsof je over Hem beschikt, wanneer je maar wilt.’ Maar zo is het niet bedoeld. Nee, ik ‘heb’ Jezus alleen in zoverre Hij mij heeft. Dat vind ik ook zo mooi aan dat schilderij. Leven, nieuw leven, is er, omdat er die nauwe verbondenheid met Jezus is, waarbij Hij toch echt de Bron is.
Dat is dan ook de vraag, telkens opnieuw. Tussen twee haakjes: apart dat dat schilderij ook ‘nieuw leven 2’ heet. Zou er ook een nieuw leven 1 zijn? Ik heb het niet gevonden. Of heeft het meer te maken met die twee jaartallen links onderin, 1972 en 1999? Heeft Helmantel het schilderij in twee instanties gemaakt? Ach, hoe dan ook. Het zegt mij dat je eigenlijk elke keer weer je leven – als die vaas met die tak – op Jezus moet richten. Jezelf telkens weer de vraag moet stellen: Laat ik mij door Hem in beslag nemen, door Zijn woorden, door alles wat Hij voor mij gedaan heeft? Want alleen dan heb ik leven. Eeuwig leven. Anders niet.

‘Ja, allemaal mooi gezegd, beste dominee, maar maak het nu eens wat concreter graag. Wat houdt dat dan concreet in, dat nieuwe leven? Waar kun je dat aan merken?’
Goede vraag! Weet je wat die Helmantel er zelf over zei? ‘Niet iedere christen is geroepen om dominee te worden, wel om vanuit het geloof te leven en te werken. Je geloof heeft volgens mij ook invloed op de manier waarop je in dit leven staat.’ En voor hem is dat bijvoorbeeld zijn schilderen om zo te laten zien hoe groot de Schepper is. En dat deze Schepper ook niet te overtreffen is. Dan kijk je dus deze wereld in en heb je oog voor de schoonheid, voor wat God allemaal gemaakt heeft, en dat geeft toch echt vreugde, dan kun je genieten, blijven genieten. En bij alles wat minder mooi is, wat verdrietig stemt of boos maakt, weet je toch: hoe dan ook: er is een God, die deze wereld, ook mij, in zijn handen houdt.’ Nou, dat geeft wel een geweldige basis om te leven, om te werken, om te zijn.
Dat leven dat je in Jezus vindt, geeft ook inspiratie en inzicht hoe je om moet gaan met anderen. In Hem ontvang je namelijk liefde, mag je telkens opnieuw beginnen en zul je dat anderen ook gunnen. Iemand niet vast blijven pinnen op zijn verleden. Iemand niet wegzetten vanwege z’n achtergrond, z’n geloof, z’n geaardheid. Niet met gelijke munt terug betalen, maar geduld kunnen hebben, kunnen vergeven, eerlijk zijn, het goede met diegene zoeken. Ook allemaal aspecten van dat nieuwe leven, van die kwaliteit van leven dat er door Jezus is.

En tegelijk is het ook veel grootser dan dat korte leventje hier. Het is echt eeuwig leven. Waar uiteindelijk zelfs de dood geen grip op krijgt. Die relatie met Jezus blijft bestaan. En na de dood zelfs in de hoogst kwalitatieve vorm. Zonder ziekte, zonder pijn, zonder angst en zorgen, zonder schaamte en schuldgevoel.

Zo is dus dat nieuwe leven. Nu al en straks totaal en volmaakt. Vergelijk het met een bloem. Deze bloem uit de kerkbloemen van vanmorgen. Het is een levend schilderij zeg maar. Een bloem die nog in de knop zit, maar alles zit er al in. De mooie kleur ervan kun je al zien, als je goed kijkt. Zo is het met het eeuwige leven, het is er nu al, in beginsel. Ja, als je gelooft, dan geeft dat het leven kleur. Echt waar. Vraag dat maar aan de mensen hier! Wie heeft ooit bedacht dat geloven saai is, grijs en somber?! Nee, geloven betekent groeien, groeien tot mens zoals God je bedoelde. Het geeft werkelijk kleur aan het leven en diepe vrolijkheid. Een voorproefje van de eeuwige vreugde. Maar dan moet je wel verbonden zijn met Jezus. Zie nogmaals het schilderij. Of kijk naar deze bloemen. Ze moeten wel in de vaas met water blijven, anders bloeien ze niet, wordt het niets. Die vaas staat voor Jezus. Als je niet met Hem verbonden bent, dan wordt het als een verlepte bloem. Dat ziet er op afstand nog wel aardig uit. Je kunt een hoop lol hebben, alles hebben wat je hartje begeert, maar ten diepste is je leven zo leeg als wat, en als het echt in de crisis komt, want heb je dan? Niets. Nee, de Bijbel zegt het onomwonden: Wie de Zoon heeft, heeft het leven (eeuwig leven dus). Wie de Zoon niet heeft, heeft het leven niet. Nu niet en straks zeker niet. Dan loopt het hartstikke dood.

Maar als je Jezus kent en in Hem God als je hemelse Vader, ‘de enige ware God’, bidt Jezus in Johannes 17,  dan heb je het leven wel. Nu en straks. Dan gaat het na de dood verder en hoe! Dan is wat er nu al in beginsel was, is er dan helemaal en totaal, volmaakt. Zoals een helemaal opengebloeide bloem. Beeld van het eeuwige leven in de hemel. En dat raakt nooit uitgebloeid, of verlept. Nee eeuwig is de vreugde, is het geluk, is het dichtbij Jezus zijn, zonder dat iets of iemand dat verstoren kan. Dan is het ‘lang zal-ie leven, in de gloria’!

zingen           Opwekking 717 ‘Stil, mijn ziel, wees stil’

gedenken van overleden gemeentelid

dankgebed en voorbeden

inzameling van de gaven     tijdens de collecte zingt het combo Maranatha van Sela

slotlied          Psalm 146:3

zegen