zingen                       Kroon Hem met gouden kroon 

stil gebed

votum en groet

aanvangstekst        In Zijn afscheidswoorden zei de Here Jezus tegen zijn discipelen: ‘Mij is alle macht gegeven in de hemel en op de aarde.’ (Matteüs 28:18)

zingen           afwisselend Psalm 47:1 (Oude Berijming), Opwekking 359:1, Psalm 47:3 (Oude Berijming) en Opwekking 359:2

gebed om de verlichting met de Heilige Geest 

kindermoment 

Ook vanmorgen heb ik iets meegenomen voor de kinderen thuis. Het is een radiootje. Die man/vrouw/stem die je hoort, waar zit-ie eigenlijk? In Hilversum, maar wij horen het hier in Gouda, door die radio. Maar in Waddinxveen kun je het ook horen, als je daar je radio aanzet, en in Amsterdam, en in Rotterdam, en in Maastricht. Eigenlijk heel apart, één iemand die ergens praat, is op heel veel plaatsen te horen.
Ik dacht: dat lijkt wel een beetje op de Here Jezus en de Heilige Geest… De Here Jezus is in de hemel, daar is Hij naar toegegaan, dat vieren wij vandaag. Hij is nu in de hemel, op één plaats dus. Toch kunnen wij hier van Hem horen, met Hem praten, in Hem geloven, maar ook in Waddinxveen, in Amsterdam, in Amerika, in Afrika, overal, kunnen mensen dat. Hoe kan dat? Door de Heilige Geest. Die is eigenlijk de zender, die ervoor zorgt dat wie de Here Jezus is en wat Hij doet, bij ons allemaal kan aankomen. Wie we ook zijn. Waar we ook zijn. Daarom is het maar goed dat het na Hemelvaart Pinksteren is geworden…

schriftlezingen Psalm 47 en Lukas 24:46-53

tekstlezing    ‘Onder gejuich steeg God omhoog, de HEER steeg op bij hoorngeschal.’ (Psalm 47:6)

verkondiging

Gemeente van Jezus Christus,

In augustus 1944 stond een 15-jarige jongen ergens in Frankrijk voor het vuurpeloton. Het was in het plaatsje Plélo. De Duitsers wilden een represaillemaatregel nemen na een actie van het Franse verzet. Dit zou die Fransen wel goed afschrikken! De jongen wist dat z’n laatste tellen geslagen hadden… Op dat moment rolden Amerikaanse tanks Plélo binnen. Net op tijd… Commandant was ene Robert Hamsley.
Jaren later in 1990 werd die Hamsley als veteraan in Plélo gehuldigd. De oud-burgemeester had hiertoe het initiatief genomen en er veel voorbereidend werk voor verricht. Die oud-burgemeester was niemand minder dan degene die als 15-jarige jongen voor het vuurpeloton had gestaan…! Nee, je redder vergeet je niet. Die is een huldiging meer dan waard. Vandaar.

Is dat ook niet een heel belangrijk aspect van Hemelvaartsdag: dat het een Huldigingsfeest is? Dat we op deze dag onze Redder huldigen voor alles wat Hij voor ons heeft gedaan – en dat God de Vader Jezus’ offer aanvaard heeft door Hem op te wekken uit de dood en Hem uiteindelijk veilig thuis te halen in de hemel en dat Jezus daar de ereplaats aan de rechterhand van zijn Vader heeft ingenomen? Dat Hij daarvandaan regeert? Daarvoor verdient Hij onze eer en hulde.
Dat zie je ook bij de discipelen. Als Jezus naar de hemel is gegaan, dan treuren ze niet, omdat ze Jezus moesten laten gaan, omdat Hij niet meer fysiek bij hen is. Nee, dan – en het staat er expliciet in Lukas 24 – dan brengen ze Hem eerst hulde! Ter plekke! Ze eren Hem. En in grote vreugde keren ze terug naar Jeruzalem. Daar in de tempel loven ze vervolgens God voortdurend.
Wie weet zingen ze daar ook wel Psalm 47. Dat is immers een echt loflied, dat ook voor de tempel is geschreven. Psalm 47 is ook een lied dat heel goed past bij Christus’ hemelvaart. Al heel lang heeft het ook een vaste plaats in de liturgie op Hemelvaartsdag:

God vaart voor het oog
met gejuich omhoog

Ja, hierbij is het niet moeilijk om aan Hemelvaart te denken!

Oorspronkelijk had deze Psalm een andere setting, ging het om een andere situatie, maar het betrof ook een huldiging. Psalm 47 is een uitbundig loflied, een feestelijk huldigingslied voor de God van Israël. De aanleiding daarvoor wordt vanaf vers 4 genoemd. Daar gaat het over de overwinning op andere volken en over het land dat Israël van God ontving. Moeten we hierbij denken aan de tijd van Jozua, toen het volk eindelijk na die lange woestijnreis het land Kanaän binnen kon en de vijandige volken verslagen werden? Of betreft het hier de tijd van koning David toen ook menig volk, dat Israël van de kaart wilde vegen, verslagen werd? Of gaat het om nog een latere gebeurtenis? De omschrijvingen zijn te algemeen om er een exacte datum aan vast te kunnen plakken. Eigenlijk is dat ook wel mooi, want zo kon deze Psalm telkens weer gezongen worden, was ze telkens weer actueel. Zo zijn die Psalmen ook bedoeld: om je je er in te herkennen.

Vers 6 van de Psalm begint over nog iets anders. Het is de bekendste tekst uit de Psalm, die dus vaak met hemelvaart verbonden wordt: ‘Onder gejuich steeg God omhoog, de HEER steeg op bij hoorngeschal.’ In de tijd van de Psalm ging het niet om een hemelvaart, maar zeer waarschijnlijk om een processie met de ark. Je leest daarover bijvoorbeeld in 2 Samuël 6, waar David de ark van het verbond – die gouden kist uit de tabernakel en later uit de tempel, met die engelgestalten erop; teken van God aanwezigheid; hij stond ook in het Heilige der Heiligen – die ark Jeruzalem binnenbrengt.
Het kan zijn dat zo’n processie, zo’n optocht met de ark, vaker plaatsvond. Bijvoorbeeld na zo’n overwinning op de vijanden. Dan werd die ark tussen de rijen door, door de priesters naar de tempel gedragen. Aangezien de tempel op een berg lag – de berg Sion – moesten ze dus omhoog. En kun je zeggen dat God opsteeg.
Op hun schouders dragen de priesters de ark omhoog naar de tempel. De mensen juichen en klappen. Een staande ovatie, met eerbied gezegd. Er wordt op ramshoorns geblazen, met dat doordringende geluid. Dat alles tot eer van God, hun Koning. Die ark zou je ook zijn troon kunnen noemen. Daar zetelt Hij op, te midden van zijn volk. En zo’n processie met de ark richting de tempel heeft dan ook iets van een troonsbestijging. Ja, dan is het feest. Dan wordt er gejuicht en geklapt. Dan wordt er gezongen en gemusiceerd dat het een lieve lust is.
Niet alleen door de Israëlieten, maar ook door mensen uit die andere volken, uit die overwonnen volken. Want in die rijen waar tussendoor de ark naar boven wordt gedragen, staan ook de vertegenwoordigers van die volken. Vers 10: ‘De vorsten van de volken zijn bijeen in het gevolg van Abrahams God.’ Ook zij bieden Hem hulde. Sterker nog, daar begint de Psalm al mee: met de oproep aan de volken om de Here God te huldigen met handgeklap, met jubelzang.

Ik blijf dat verbazingwekkend vinden. Israël viert, met eerbied gezegd, geen besloten feestje. En die volken worden ook niet als een soort krijgsgevangenen meegetroond en nog eens extra vernederd. Nee, ze worden opgeroepen om mee te vieren dat de Here koning is. Hij is er immers niet alleen voor Israël, maar voor alle volken.
‘U kunt dat verbazingwekkend en vermetel noemen, maar eigenlijk is het toch heel naïef? Want het gros van de mensen toen, van al die volken, kende Hem toch helemaal niet? Die bogen zich toch voor andere goden? Die spraken toch een andere taal? En die gingen daar toch gewoon mee door? Die gingen toch ook bijvoorbeeld door – als het over de Assyriërs gaat – met hun wrede veroveringspolitiek, waarbij je gerust een woord als ‘genocide’ mag gebruiken: niets ontziend waren ze, bruut en wreed. En dan zo’n lied als Psalm 47 zingen, ergens in een uithoekje van de toenmalige wereld, met alle respect? Is dat niet jezelf voor de gek houden?
Lijkt dat eigenlijk ook niet erg op onze situatie? Hemelvaartsdag is niet de populairste christelijke feestdag. Zacht gezegd. Ooit werd er een onderzoek onder 1000 dominees gehouden dat uitwees dat velen in de kerk verlegen zijn met Hemelvaartsdag. Dan gaat het volgens mij zeker ook hier over. Dat zo’n Kroningsdag als Hemelvaart, met zo’n bijpassend uitbundig en universeel huldigingslied als Psalm 47, wringt met onze beleving, met wat we om ons heen zien en merken.
Maar zo zien we één ding over het hoofd, namelijk dat de Psalm ook eschatologisch is. Dat wil zeggen: hij zingt over de toekomst, dat wat nog te gebeuren staat, waar het naar toe gaat. Niet alle volken, niet alle vorsten erkennen de Here als Koning, als de Allerhoogste. O nee. Maar daar gaat het wel naar toe. En Jezus Christus is Koning, maar lang niet iedereen erkent Hem als zodanig. Dat iedere knie zich voor Hem zal buigen, dat alle vijanden onderworpen zijn, dat staat nog uit. Maar dat alles komt wel! Hemelvaartsdag is dus zeker het feest van de hoop. Het leert ons uit te zien naar zijn toekomst. Een toekomst vol hoop…

Iemand noemde dat ‘de derde dimensie van de hoop’. Veel mensen leven ‘tweedimensionaal’. Ze weten alleen maar van het verleden, dat hen niet bepaald met optimisme over mens en wereld vervult én ze zijn er diep van doordrongen dat het heden hun geen enkel perspectief biedt. Maar de Psalm wijst ons op een derde dimensie, naast die van het verleden en het heden. Het is de dimensie van de hoop. Hoop op een geweldige toekomst. De filosoof Kierkegaard zei ooit: ‘hoop is de hartstocht voor het mogelijke.’ Maar ja, er zijn verschillende soorten mogelijkheden: er zijn de reële en de irreële mogelijkheden. En is de hoop van Psalm 47 reëel of irreëel? Is het een utopie, een fata morgana óf heeft die hoop een grond?
Jazeker! De Psalm wijst juist op het verleden. Beter: op wat God daarin gedaan heeft. Hij verloste zijn volk, bracht het in een land, gaf het overwinningen en telkens weer een nieuwe start. Zijn liefde en trouw waren en zijn oneindig. Dat is de grond voor een vaste hoop. Dan is er genoeg van Hem te verwachten! En in het heden ervaren ze dat ook terwijl ze al zingend de ark voorbij zien gaan, de tempel in. De vreugde die zich van hen meester maakt, doet hun verlangen groeien naar de volmaakte vreugde, als God alles in allen zal zijn. Het is het heden van Gods genade die hen op nog veel meer doet hopen!
Voor ons christenen anno 2020 is dat niet anders. In het verleden heeft God grote dingen gedaan. In het leven van Jezus Christus, in zijn sterven en opstanding, daarin is ons heil gegrond. Niet meer stuk te krijgen. En daarom mogen we ook een gegronde verwachting hebben, dat Hij het ook zal voleindigen. Dat zijn Koninkrijk komt. Dat al die verschrikkingen, al het donkere, al het negatieve niet het laatste woord zal hebben. Dat het niet eindigt in één groot zwart gat, maar een lichtende toekomst, die nooit meer zal stoppen, waarin Hij als koning zal heersen en wij met Hem. De hoop daarop geeft ons moed en geeft diepte aan het bestaan.
Ik las ergens de volgende raad van een Joodse rabbi: ‘Degene die het vuur wil, moet het niet gaan zoeken op de top van de bergen, waar men alleen storm oogst. Hij doet er beter aan zich te bukken om het tussen de as te zoeken.’
Wat een wijze woorden! Die derde dimensie van de hoop doet ons niet te hoog van de toren blazen. Nee, juist in de sintels van de geschiedenis, de kooltjes van onze eigen levensgeschiedenis, mogen we zoeken naar tekenen van dat koninkrijk.

Die tekenen zijn er:

  • een kind dat zegt dat Jezus’ hemelvaart betekent dat Hij daar veilig is aangekomen en dat Hij daar de stoelen voor ons klaarzet
  • een Bijbelwoord dat je al zo vaak gehoord hebt, maar dat nu opeens voor je opengaat en dat je vervolgens raakt tot diep in je hart
  • een onverwacht gesprek dat je met iemand kreeg en dat je zo helpt
  • als mensen ondanks alles blijven zoeken naar verzoening, blijven liefhebben, concreet hulp blijven bieden in uitzichtloze situaties
  • en hopelijk kunt u, kan jij, ook zulke tekenen aanwijzen…

En dan te bedenken dat Christus dat alles ziet en dat Hij het meeneemt zijn eeuwige koninkrijk in. En dan te bedenken, dat hoe verborgen nu ook, Hij Koning is en Hij vanuit de hemel ons Zijn Geest geeft, zijn inspiratie, zijn gaven. En dat Hij die blijft geven. Ja, dat geeft hoop. Dat leert het ons uit te houden.
Jochen Klepper was een Duitse dichter uit de jaren ’30 van de vorige eeuw. Hij was getrouwd met een Joodse vrouw. Ze ondervonden samen veel tegenstand van de nazi’s. Hij leed daaronder. Maar juist in die tijd maakte hij ook liederen. Liederen voor in de kerk. Ook een lied voor Hemelvaartsdag. Een lied vol van geestelijk uithoudingsvermogen. Een lied vol van die derde dimensie van de hoop. Een lied dat helemaal past bij die hoge en jubelende tonen van Psalm 47:

De Heer stijgt waardig op,
hoor, hoe de eng’len juichen!
Zijn macht rijst nu ten top,
wil Hem jouw lof betuigen,
geef Koning Jezus eer!

Lofzing de Heer, je God!
Wij zullen eeuwig leven!
Hoe de wereld spot;
de Heer is hoog verheven.
De satan valt terneer!

Christus, vol heerlijkheid,
geef graf hield Hem gevangen.
Zijn grote majesteit
doet ons naar Hem verlangen.
Ons leven neemt een keer!

Al dreigt de duisternis,
Zijn licht doet ons weer hopen.
Door Hem die luister is,
staat nu de hemel open.
Geloofd zij onze Heer!

Amen

zingen            Een toekomst vol hoop van Sela

collectemoment

dankgebed en voorbede

zegen