orgelspel 

welkom en mededelingen 

zingen           Psalm 62:1

stil gebed 

votum en groet

openingstekst         ‘Wanneer het signaal gegeven wordt, de aartsengel zijn stem verheft en de bazuin van God weerklinkt, zal de Heer zelf uit de hemel neerdalen. Dan zullen eerst de doden die Christus toebehoren opstaan, en daarna zullen wij, die nog in leven zijn, samen met hen op de wolken worden weggevoerd en gaan we in de lucht de Heer tegemoet. Dan zullen we altijd bij Hem zijn. Troost elkaar met deze woorden.’ (1 Thessalonicenzen 4:16-18)

zingen (in wisselzang met vocaal kwintet)                             Gezang 300:1,3,4,6 

lezing van gebod van God         uit Romeinen 12:9-17

gebed om verlichting met de Heilige Geest 

zingen kinderlied (in wisselzang met kwintet) Hemelhoog 730 Schatkist vol gebeden  

kindermoment

Vanmorgen heb ik een boek meegenomen. Het is een boek waar ik vaak uit voorgelezen heb. Al aan Job toen hij nog een kind was. En ook aan Lotte. En aan Myrthe. Het zijn de verhalen over Kikker en Pad. Kennen jullie die? Echt hele mooie verhalen, grappig en serieus tegelijk. Kikker en Pad zijn echt vrienden, dat blijkt ook wel uit het verhaal dat ik nu ga voorlezen. De verrassing heet het. Luister maar…

(in het verhaal De Verrassing gaan kikker en pad in het geheim bij elkaar de bladeren voor hun huis wegharken. Ze doen eigenlijk precies hetzelfde. Als ze klaar zijn, komt de wind en blaast de bladderen weer terug. Dat weten kikker en pad niet. Als ze dan de bladeren voor hun eigen huis zien, zeggen ze onafhankelijk van elkaar: ‘Die bladeren hark ik morgen wel op. Gelukkig is het bij kikker/pad wel gebeurd! Wat zal hij blij zijn!’ En dan gaan ze gelukkig slapen.)

Wat vonden jullie van het verhaal?
Weet je, ik vond het wel mooi. En ook zoals het natuurlijk best vaak gaat. Je doet iets goeds voor een ander, maar soms denk je: het is voor niks geweest, want kort daarna was het weer precies hetzelfde: was iemand nog steeds ziek, gebeurde er toch weer iets ergs of bleef iemand arm. Maar weet je, als je het met een goed hart gedaan hebt, dan is het goed. Vergeet dat nooit. Dat is ook wat God van ons vraagt.

En ooit zal er een dag komen dat het goed blijft. Dat er niets meer verkeerds is: geen wind die alles door elkaar blaast, geen ziekte meer, geen pijn meer, geen verdriet meer, zelfs geen dood meer. Wanneer zal die dag zijn? Als Jezus terugkeert. Nou tot die tijd vraagt Hij van ons om toch goed te blijven doen, aardig te zijn voor elkaar, elkaar te helpen, voor elkaar te bidden en elkaar te vergeven. Zullen we dat proberen? Met de hoop dat het eens voor altijd goed zal zijn en blijven! Een goede (!) kindernevendienst en tot straks.

schriftlezing   Openbaring 8:1-5

verkondiging

Gemeente van Jezus Christus,

Waar wordt u stil van? En jij?
Van adembenemende natuur: een indrukwekkend berglandschap of een zeldzame vogel die je spot.
Van een schitterend schilderij, een overrompelend theaterstuk, een fraai concert.
Van een onverwacht compliment, een ultieme liefdesverklaring.
Allemaal toch om stil van te worden? Stil van verwondering en dankbaarheid.

Stilte kan ook anders zijn: moeilijk, beklemmend zelfs.
De stilte bij een sterfbed bijvoorbeeld. Als je daar al zo lang zit, wakend en wachtend. Je hoort alleen de klok tikken en de onregelmatige ademhaling van de stervende. Stilte kan dan pijnlijk zijn, bijna ondraaglijk zelfs.
De stilte ook elke keer als je thuiskomt. Die ene is er niet meer. Je kunt je verhaal niet meer aan hem of haar kwijt. De muren zeggen niets terug. Het is letterlijk en figuurlijk doodstil.

En straks zullen we ook stil zijn, na het noemen van de namen van hen die ons ontvallen zijn. En dan denken we ongetwijfeld ook aan andere gestorvenen, zullen we hun lege plekken voelen, die zo kunnen schrijnen. Kortom: een geladen stilte, waarin zoveel naar boven kan komen.

In ons tekstgedeelte is het ook stil. In de hemel nota bene. Waar een onafgebroken lofprijzing gaande is. Door ontelbare engelen en een onafzienbare mensenmenigte voor Gods troon, vertelt het vorige visioen. Maar nu valt er een stilte.
De aanleiding vormt het zevende zegel van de boekrol, die verbroken wordt door het Lam, oftewel Jezus Christus. De boekrol staat voor de geschiedenis, of beter: voor Gods plan, de komst van zijn koninkrijk. Nu wordt het laatste zegel van die boekrol verbroken. De finale zou je zeggen, de voleinding. Iedereen houdt z’n adem in. De hele hemel wordt stil: de engelen, de mensen, God zelf op de troon. Iedereen zwijgt. Over geladen stilte gesproken…

(stilte)

Dit waren 15 seconden. Stel dat ik een half uur gezwegen had. Hoe had u dan gereageerd? Dan had u op een gegeven moment toch niet meer geweten wat u moest. Maar zo lang is de stilte die er in de hemel valt. Waarom?

Het is allereerst een vertraging. Als dat zevende zegel geopend wordt, ontrolt zich niet direct de voleinding. Nee, het wordt stil. En in die stilte gebeuren er juist andere dingen. Daarover straks. Maar eerst wordt er dus pas op de plaats gemaakt. Er treedt vertraging op. Tekenend voor wie God is. Het gaat bij Hem niet van 1,2,3.
Dat levert ook hoon op: ‘Dat Koninkrijk van God, komt daar nog wat van? Hoe lang wachten we nu al op die nieuwe hemel en aarde, op die wederkomst van Jezus? Vertraging? Zo zou ik dat na bijna 2000 jaar wachten niet meer willen noemen. Vergeleken daarbij is de NS toch het toppunt van efficiency. Bij wijze van…’
Maar weet u waarom God vertraagt? Omdat Hij geduld heeft, lankmoedig is, zoals ze dat vroeger zeiden. Dat is wel een treffende zegswijze, want daarin zit het woordje ‘lang’. God heeft lange moed, een zeer groot geduld. Omdat Hij wil dat wij gered worden. Dat we niet verloren gaan. Dat we niet aan het kortste eind trekken, daarom is Híj lankmoedig. Daarom vertraagt Hij. Dat is de eerste betekenis van die stilte in de hemel. Hij houdt in, om ons de kans te bieden het met Hem te wagen. Misschien wel opnieuw. Zodat je leven geborgen is bij Hem, voorgoed. Je laat die kans toch niet lopen?

Vertraging bij God. Dat zie je trouwens ook aan dat zevende zegel. Want wat komt er dan? Zeven bazuinen. En daarna nog eens zeven schalen die één voor één leeggegoten worden. Nee, het gaat inderdaad niet 1,2,3. Het zijn meer telkens nieuwe golven die op ons afrollen.
Er zijn wel altijd mensen geweest die dachten: ‘Nu zijn we er. Nu komt Jezus terug. Nu is het einde nabij. Kijk maar naar al die tekenen van de tijden.’ Of: ‘dan en dan, dan is het echt zo ver!’ Maar dan was het toch niet zo.
Weet je, dat komt door onze beperkte blik. Wij kijken niet op Gods klok. Weet je wat wij van die klok zien? Iemand zei eens treffend: ‘Alleen de grote wijzer.’ En die zegt lang niet alles. Want dan staat die grote wijzer bijvoorbeeld bijna bovenaan. ‘Het is vijf voor twaalf’, wordt er geroepen, ‘nog even en dan is er de wederkomst, het eind der tijden!’
Maar wij zien die kleine wijzer niet. Dus hoe laat het precies is, hoe lang of kort het nog duurt voordat Jezus terugkomt, voordat de nieuwe hemel en de nieuwe aarde komen, dat weten we niet. De Bijbel, en ook het boek Openbaring daarbinnen, is geen spoorboekje.

Terug naar ons tekstgedeelte. Die stilte in de hemel. Het is ook uit ontzag voor de Heilige, voor de Here God, die op de troon zit, die immers zal oordelen. Ja, het lijkt op een rechtbank. Voordat daar de rechter de uitspraak doet, het vonnis geveld wordt, gaat iedereen staan en wordt stil.
Hier hebben we het over de Rechter in het licht verheven, die zal oordelen over levenden en doden, over alles en iedereen. Dan word je toch stil? Dan zwijg je toch uit diep ontzag?! Vandaar die stilte, een gespannen stilte.

Nu is het niet zo dat alles stilvalt, als het beeld dat bevriest bij een internetstoring. Nee, in die stilte gebeurt er van alles in de hemel. Maar dan woordloos, als een soort pantomime.
Er komen zeven engelen. ‘Zij die voor Gods troon staan’, worden ze genoemd. In de Joodse uitleg zijn dat de aartsengelen. Zij krijgen stuk voor stuk een bazuin. Dat is niet zomaar een blaasinstrument. In de Bijbel wordt er op de bazuin geblazen als waarschuwingsteken, als teken van het gericht. Denk aan de val van de stad Jericho, waar er ook op bazuinen werd geblazen voordat de muren instortten. En in het Nieuwe Testament wordt bazuingeschal genoemd als aankondiging van Jezus’ wederkomst, waarbij de doden zullen opstaan. ‘Eens als de bazuinen klinken’ zongen we aan het begin van deze dienst…
Ja, als die bazuinen worden aangereikt aan die zeven aartsengelen neemt de spanning nog meer toe, wordt de stilte nog intenser. Maar er wordt niet gelijk geblazen. Het blijft stil. Er gebeurt nog iets. Nog steeds in pantomime. Zwijgend komt er een andere engel, de achtste, naar voren. Hij heeft een gouden wierookschaal in zijn handen. Al eerder in Openbaring werd de hemel voorgesteld als tempel. De engel gaat naar het altaar en strooit daarop de wierook, samen met de gebeden. Die wierook wordt dus aan de gebeden toegevoegd. Dat is niet voor de aardigheid, nee: dit heeft een diepe symboliek. Wierook duidt op heiligheid, op Gods sfeer zeg maar, zijn reinheid. Dat zijn onze gebeden niet. Die zijn namelijk gebrekkig, daar kleeft van alles aan wat niet goed is: een verborgen agenda, nederige hoogmoed, egoïsme, slordigheid, gebrek aan concentratie, enz. enz.  Soms weten we ook niet eens wat we bidden moeten, en is het maar een enkele zucht, een rauwe kreet. Maar let op wat die engel doet: die voegt aan die gebeden wierook toe, zodat die gebeden opstijgen als een heerlijke geur en God, met eerbied gezegd, die gebeden opsnuift, geheiligd en al. Ja, ze worden geheiligd door Jezus, zijn offer, zijn voorbede, die nooit stopt. Die vergezelt onze gebeden. Daarom besluiten we onze gebeden toch altijd met ‘in Jezus’ naam’? Dat is geen voorspelbare stopper van ons gebed, maar daarmee drukken we uit dat we uit dat we echt alleen kunnen bidden, tot God kunnen naderen op grond van Hem, van zijn offer. En dan mag je geloven dat je gebed aankomt bij God, opstijgt tot Hem als geurige wierook.

Ja, ook hierom is het stil in de hemel. Zó is de hemel ervan onder de indruk hoe de gebeden in de hemel ontvangen en behandeld worden. Wij denken misschien bij de hemel aan die onzichtbare werkelijkheid van God, en de engelen, en de mensen die heengegaan zijn: een werkelijkheid die volstrekt losstaat van onze werkelijkheid hier, onze wereld, ons leven. Maar niets is minder waar. De hemel is staat er juist helemaal voor open. Voor onze gebeden. Die krijgen een speciale behandeling. Kijk naar die engel, met dat gouden vat, met die wierook die bij de gebeden gevoegd wordt. Ook die van u, van jou en mij. Die gebeden liggen in de hemel op het altaar.
Dat raakt me diep, gemeente. Die gebeden van ons zijn niet weggewaaid. Of teruggekaatst tegen een hemel die van koper is. Of voorgoed vergeten. Nee, ze liggen daar. Op het altaar in de hemel, dichtbij de troon. Ze dringen daar door tot God als geurige wierook. Dankzij Christus.
Ook de gebeden van hen die ons zijn voorgegaan. Ook van hen van wie we de namen straks zullen noemen. God weet hoe ze gebeden hebben. Wat ze gebeden hebben. Ook voor u en jou, die achtergebleven zijn. Ik denk ook aan de gebeden van mijn beide oma’s. Ze zijn overleden. Maar ik weet dat het biddende vrouwen waren. Ook hun gebeden liggen daar op dat altaar. En ze werken wat uit. Al die gebeden…

Want wat gebeurt er? Diezelfde engel pakt de gloeiende kolen van het altaar en doet ze in z’n wierookschaal. En hij werpt dat vuur op de aarde. Woh…
Zo worden de gebeden verhoord. Ze komen terug als vuur uit de hemel. De gebeden zijn gerichten geworden. Ja, en dan gaan die andere engelen op hun bazuinen blazen…
Je kunt misschien denken: Ach, bidden. Wat heeft dat voor zin? Ja, hooguit in therapeutische zin. Je schijnt er rustig van te worden. Je krijgt de dingen intern misschien wat meer op een rijtje. Maar verder…
Nou, dat visioen uit Openbaring laat zien welke zin God aan de gebeden geeft. Hij lijkt er zelfs op te wachten. Een half uur is het stil in de hemel. Maar het is geen héél uur. Na dat halve uur is het voorbij met de stilte. Dan worden die gebeden tot vuur. Dan dondert en bliksemt het, dan raast en davert het.
Dat is wel iets anders dan bidden als louter therapeutische introspectie. Nee, de  Here God wacht op die gebeden, reageert erop, neemt ze mee in zijn doen en laten. Onderschat dus nooit het gebed. Ik heb de diepzinnige uitspraak van de theoloog Gunning in de serie over Openbaring al vaker aangehaald, maar ik herhaal deze nu graag, juist omdat die zo aansluit bij het visioen van vanmorgen: ‘God regeert door de gebeden van zijn kinderen.’ Op verborgen wijze gebruikt God onze gebeden om tot zijn doel te komen: die nieuwe hemel en die nieuwe aarde, de uiteindelijke doorbraak van zijn koninkrijk. Hij alles in allen.

‘Maar moet dat dan zo, met dat vuur dat op de aarde geslingerd wordt? En die bazuinen die hierna geblazen worden en al die gerichten die losbarsten? Daar bidden we toch niet om?!’
Wat is het diepste van het gebed? Is dat niet waar het Onze Vader, het volmaakte gebed dat Jezus ons leerde, mee begint? Het gebed dat ook gebeden werd bij het  graf of bij het crematorium, voordat we definitief afscheid namen van de geliefde.  En velen baden het mee. Hardop. Misschien was het wel lang geleden dat ze gebeden hadden. Dat doet me iedere keer zo veel.
Maar goed, waar begint dat volmaakte gebed mee?’ ‘Uw naam worde geheiligd, Uw Koninkrijk kome, Uw wil geschiede.’ Dat is toch het diepste gebed, juist als we naar deze wereld kijken, maar ook naar ons eigen leven. Er is hier nog zoveel onheiligheid, zoveel kwaad en onrecht dat regeert, zoveel verdeeldheid en polarisatie, zoveel vuiligheid en laagheid. Zoveel dat haaks staat op Gods goede wil, op zijn rijk van vrede en gerechtigheid, op zijn Naam die zoeter is voor het hart. Daarom bidden we ten diepste toch dat zijn Koninkrijk zal komen en zijn wil zal geschieden?!
Dat gebed wil God maar al te graag verhoren. Met vuur. Vuur verbrandt niet alleen, maar brandt ook schoon, loutert, reinigt. Zo moet al dat kwaad, dat vuil, die onheiligheid, dat onrecht gereinigd worden. In ons eigen leven. In deze wereld.

Nee, Gods nieuwe wereld komt niet vanzelf. Daar zijn die gerichten voor nodig. Je houdt je adem in. Maar vergeet alsjeblieft nooit dat er in de hemel een troon staat. Met daarop het Lam, die tegelijk de Leeuw van Juda is. Jezus Christus, de Gekruisigde en de Opgestane. Hij opent dit zevende zegel, met die zeven bazuinen als gevolg. Bij Hem zijn we veilig. Net als degenen die zich aan Hem hebben vastgeklampt. ‘Veilig in Jezus’ armen, veilig aan Jezus’ hart. De enige troost in leven en sterven. Met een toekomst vol hoop. Dat is toch om stil van te worden?

(stilte)
Amen

meditatief moment  harpiste Emma Becker speelt Lonely Shepherd van Paul Schocker

zingen (in wisselzang met kwintet)         Gezang 280

gedenken van de overleden gemeenteleden in het afgelopen kerkelijke jaar

(de namen werden genoemd, de overlijdensdatum, hun leeftijd en de bijbeltekst die centraal stond tijdens de afscheidsdienst, ook werd er een kaars voor hen aangestoken en was hun foto te zien. Een extra kaars werd aangestoken voor hen die niet bij name genoemd werden, maar die wel gemist worden)

lezen van gedicht    Tijd en eeuwigheid van René van Loenen

TIJD EN EEUWIGHEID

Koester de tijd die verstrijkt:
eeuwigheid wordt je gegeven
want in vergankelijkheid
schittert het eeuwige leven.

Niets is het rijk van de dood,
niets en van generlei waarde.
Christus, het levende brood,
blijft altijd trouw aan de aarde.

Hij wekt ons op uit het niets,
als wij nog lijken te slapen
Uit een voldongen verlies
worden wij zichtbaar herschapen.

Kies voor de liefde die blijft
als een geheim ons gegeven,
als een geschenk in de tijd.
Dat is de zin van het leven.

het kwintet zingt  Gezang 392 Blijf mij nabij, wanneer het duister daalt (het vijfde couplet met de gemeente)

dankgebed en voorbede

slotlied (in wisselzang met kwintet)         Nieuwe Liedboek 416:1,3,4 Ga met God en Hij zal met je zijn

zegen

orgelspel