aanvangslied          Psalm 22:8

stil gebed

votum en groet       

openingstekst      ‘Ook het geslacht, dat nog niet is geboren,
                                  zal eenmaal van den Heer getuigen horen,
dat Hij ’t volbracht!’ (Psalm 22:13 berijmd.)

zingen           Psalm 22:11,13

gebed om verlichting met de Heilige Geest

schriftlezing            Johannes 19:16b-30

zingen          Evangelische Liedbundel 114 Als ik in gedachten sta

tekstlezing    ‘Het is volbracht.’ (Johannes 19:30) 

verkondiging

Gemeente van Jezus Christus,

Gisteravond stond tijdens de vesper het vijfde kruiswoord centraal: ‘Mij dorst.’ Een kort kruiswoord: in de oorspronkelijke taal van het Nieuwe Testament, het Grieks, is het zelfs maar één woord. Maar we hoorden van de veelzeggende lading die dit woord heeft.
Vanavond richten we ons op het zesde kruiswoord. Het is het laatste woord dat de evangelist Johannes van de stervende Jezus optekent. Opnieuw is het niet lang, drie woorden maar: ‘Het is volbracht.’ In het Grieks wederom zelfs maar één woord: ‘tetelesthai’. Maar hoe kort ook, het is het Evangelie in al z’n reikwijdte! Het is Gods goede en blijde boodschap op de kortst mogelijke noemer gebracht: ‘Tetelesthai! – Het is volbracht.’

‘Het is volbracht!’ Tegelijk zijn het natuurlijk ook schokkende woorden, als je ze tot je door laat dringen. Iemand noemde ze ‘misschien wel de meest gedurfde boodschap van het Evangelie’. Daar waar voor het oog alles is mislukt – een koning met een doornenkroon, een kapotgeslagen lichaam, vastgespijkerd op een kruis, letterlijk geen kant meer op kunnend, alle kracht die uit Hem gevloeid is, vlak voordat Hij zijn laatste adem uitblaast – zegt Jezus: ‘Het is volbracht.’
Nee, dat is geen mismoedige zucht: ‘Het is over, voorbij, helaas, alles voor niets geweest, de prachtige droom die ik ooit had, spat nu uit elkaar.’ Nee, het betekent iets heel anders. Dat is het best te zien aan de Griekse grondtekst, dat ene woord dus: ‘tetelesthai’. Daar zit het woord ‘telos’ in: ‘einddoel’ betekent dat. Het einddoel is bereikt, roept Jezus, het doel is gehaald. Wat is dat einddoel? Wat is er volbracht door Jezus?
Een paar hoofdstukken hiervoor heeft Jezus het er ook over, in Johannes 17 om precies te zijn, in het hogepriesterlijk gebed, dat afscheidsgebed dat Hij bad voor Zijn discipelen, voor allen die zullen gaan geloven. Daarin bidt Jezus tot Zijn Vader: ‘Ik heb U verheerlijkt op de aarde door het werk te voleindigen, dat Gij mij te doen gegeven hebt.’ Wat is dat werk? Gods wil te doen. Zijn geboden te vervullen, helemaal, zonder reserves en bijbedoelingen. Gods liefde te brengen, in woorden en daden, Gods boodschap te verkondigen, radicaal en vol ontferming. Mensen uit hun isolement te halen, te helen en te helpen. Mensen in de ruimte te zetten van Gods bevrijdende liefde. En de weg van de liefde zelf ook te gaan, tot het einde, zelfs toen die liefde geen wederliefde opriep, maar haat en verraad, hoon en spot, lijden en dood. Ook toen het kwaad zich breed maakte, de duivel nog één keer z’n verzoeking aanbood: ‘Laat zien dat je de Messias bent! Kom van dat kruis af!’ Maar Jezus zwichtte niet en versloeg zo het kwaad. Hij hield vast aan het werk dat God Hem te doen gegeven had, om Zijn mensen, ons mensen, te blijven liefhebben, en de straf die wij verdiend hadden, voor het doel dat wij gemist hadden, het werk van God dat wij verwoest hadden, de schuld die wij op ons geladen hadden, om die straf, dat oordeel te ondergaan en zo ons mensen met God te verzoenen. Dat werk is nu volbracht. Dat einddoel is gehaald. Juist op deze wijze! O goddelijke paradox: wat voor onze ogen als een mislukking toont, blijkt een geslaagde missie te zijn. Wat een nederlaag lijkt, is een overwinning! En zo mogen we die woorden van Jezus ook horen, niet als een laatste verzuchting, maar als een triomfkreet.
Bach heeft dat prachtig vertolkt in zijn Johannes Passion. Daar gaat de gedragen aria ‘Es ist vollbracht’ over in een zegelied, dat de alt bijna huppelend zingt, in ieder geval uitjubelt: ‘Der Held aus Juda siegt mit Macht/Und schließt den Kampf./Es ist vollbracht! – De Held uit Juda zegeviert machtig/en beslist de strijd./Het is volbracht!’

Ja, die triomfkreet van Jezus is ook wel eens zijn kortste preek genoemd. Moet je nagaan: een preek van één woord, want meer is het, zoals gezegd, niet in de oorspronkelijke taal! En dan staat het ook nog eens in de voltooide tijd: het is volbracht, voltooid. Voor eens en voor altijd dus. Er hoeft van onze kant niets bij. Het is volbracht. Is dit is het Evangelie of niet, gemeente?! Het is volbracht, helemaal en totaal, door Jezus. Er hoeft van onze kant niets bij.
‘Nou, nou, dat is dan wel een erg makkelijk en goedkoop Evangelie. Dat maakt toch ontzettend lui en onverschillig? Nee, doe me dan maar dat ene schilderij, waarbij je de gekruisigde Christus ziet, met daaronder de woorden: ‘Dit deed Ik voor jou. Wat doe jij voor Mij?’
Dat klinkt natuurlijk heel vroom en actief. Maar eigenlijk gaat deze uitspraak tegen Jezus’ kruiswoord in. Eigenlijk zeg je hiermee: ‘Nee, Here Jezus, het is niet voltooid wat U heeft gedaan. U heeft het niet volbracht. Wij moeten het nog aanvullen. Wij moeten ons aandeel nog leveren.’
Nee, dan liever die uitspraak die ik bij ds. Buskes las. Ene dr. Gerretsen werd op een opwekkingssamenkomst in Engeland de vraag gesteld – nota bene aan het Avondmaal – : ‘Wat doe jij voor Jezus?’ Toen antwoordde hij: ‘Niets, Hij doet alles voor mij.’ Inderdaad, het is volbracht. En daar mogen wij in rusten. Ja, juist aan het avondmaal wordt dat zo krachtig uitgedrukt. Daar mag je dat ervaren. Dat je niet meer hoeft dan alleen je hand ophouden, waar Hij zichzelf inlegt, waarin Hij zichzelf aanreikt, in de tekenen van brood en wijn. Het is allemaal genade, lieve gemeente. Gelukkig maar. Want wees eerlijk: als het van ons zou afhangen, als wij het moesten aanvullen, werd het één deceptie! Nee, het is volbracht, door Hem. Voor de volle 100 procent!

Dat is niet goedkoop en makkelijk. O nee, we hoorden het deze Stille Week, tijdens de vespers, in de kruiswoorden, wat het Jezus kostte. Die onvoorwaardelijke vergeving, ook van zijn beulen. De totale godverlatenheid waarin Hij terechtkwam en die Hem deed uitschreeuwen: ‘Mijn God, mijn God, waarom heeft U mij verlaten?’ Die gruwelijke dorst die Hem kwelde. En kijk dan straks naar dat brood en die wijn. Kijk niet alleen, maar proef het! Vermaal het brood met je kaken, voel de wijn door je keel gaan. En bedenk: zijn lichaam vermalen, geschonden, vermoord. Zijn bloed dat vloeide uit zijn wonden. Dat kostbare, o zo waardevolle leven, dat Jezus gaf. Dat kost het! Als je die kostbare genade beseft, dan kun je je er toch niet makkelijk van afmaken, laat staan die genade te grabbel gooien in een onheilig, genadeloos leven?! Nee, zijn kostbare genade zal je toch ook op het spoor van Jezus zetten.
Nee, wij hoeven het niet te volbrengen en te voltooien. We hoeven alleen te volgen. En die weg zal ook niet altijd makkelijk zijn. Ook ons kan lijden overkomen, tegenstand en tegenslag, angst en verdriet. Zeker, want een dienaar is echt niet meer dan zijn Heer! Maar die Heer is wel voorgegaan, en heeft alles al gedragen én volbracht. En daarom zal onze weg, de weg van de navolging van Jezus, de weg van de liefde, niet dood lopen. Integendeel.
Dat praat je niet jezelf aan. Nee, dat moet je aangezegd worden. Telkens weer. Dat mag je ontvangen, aan de voet van het kruis. Waar de grootste paradox waar is. Een schijnbare mislukking blijkt een geslaagde missie te zijn. Een martelpaal de boom des levens. Zijn dood ons leven. Want: het is volbracht. Halleluja!

Amen

lezing (verkort) avondmaalsformulier

zingen           Gezang 358:1,2,4,5

viering avondmaal

aan tafel werd gezongen Evangelische Liedbundel 275:1,2,3,4 en klonken er gedeelten uit Credo in de nacht van Joke Verweerd

gebed  met de woorden van een avondgebed van ds. André Troost

Heer, in uw handen bevelen wij onze geest,
nu de avond is gekomen en de hemel donker wordt.

In uw handen bevelen wij huis en haard, ons werk en onze woning.

In uw handen bevelen wij zonen en dochters, vaders en moeders.

In uw handen bevelen wij broeders en zusters, vrienden en vijanden.

In uw handen bevelen wij de wind en het water, de wereld en al wie er op wonen.

In uw handen bevelen wij ons denken en doen, onze driften en onze dromen.

In uw handen bevelen wij onze ziekten en onze zorgen, onze ziel en zaligheid.

Nu de avond is gekomen en de hemel donker wordt-
laat uw aanschijn over ons lichten en geef ons uw vrede.
Heer, in uw handen bevelen wij onze geest. Amen.

inzameling van de gaven

slotlied       Gezang 195:1,4,5

zegen

in stilte verlaten we de kerk