welkom en mededelingen

stil gebed 

votum en groet

openingstekst

‘Lof zij de HEER, goed is het leven
als ’s Heren lof wordt aangeheven.’ (Psalm 147:1 ber.)

lied     Breng ons samen van Sela

lezing gebod           uit Kolossenzen 3:12-17

gebed om verlichting met de Heilige Geest 

lied     Gods volk wordt uitgeleid

kindermoment
Ik neem jullie even mee naar zondagmiddag bij mij vroeger thuis.
Dan had mijn moeder thee gezet. En dan mochten we een chocolaatje. Eigenlijk alleen op zondagmiddag. Dat maakte die dag al extra feestelijk. Die chocolaatjes had ze in een mooi schaaltje gedaan. Net als dit. En dan mochten we een chocolaatje pakken. Zou ik een witte nemen, of een melk- of een puur? Meestal koos ik voor puur, want dat vind ik echt het lekkerst.
En dan pakte ik zo’n chocolaatje. Dan was het niet ‘hap, slik, weg!’. Nee, dan ging ik er op sabbelen. Ik wilde zo lang mogelijk genieten van dat chocolaatje. Dat echt proeven. Zo dus…

Heb je trouwens gezien wat voor chocolaatjes dit zijn? Welke vorm ze hebben? Een hand met een opgestoken duim. Zo dus…
Wat betekent dat eigenlijk als je je duim zo opsteekt? Dat iets goed is. Als ik vraag: ‘Hoe gaat het met je?’ En je steekt dan je duim op, dan weet ik: goed!
Of als iemand aan jou vraagt: hoe ging je spreekbeurt? En je steekt je duim op. Dan weet diegene: goed!

In de kerk hebben we het ook vaak over goed. Wie is er goed? Helemaal goed?
De Here God. Zeker, en weet je wat nou zo mooi aan Hem is. Hij wil dat we van dat goede genieten. Er echt van genieten. Dat zeg maar proeven. Er heel goed naar kijken. Er goed naar luisteren. Dan wordt het leven goed.
Maar Hij wil ook dat anderen het goed hebben, dat we goed doen, dat we goede dingen doen, en zeggen, en denken. Daar helpt Hij ons bij. Daar vertelt Hij ons over in de Bijbel.
Zodat het leven goed wordt, niet alleen van jou, maar ook van andere mensen om je heen.
Dan is het zo. Goed, echt goed.

Nou, weet je. Om dat te onthouden en ervan te genieten – het is tenslotte een feestelijke dienst! – mogen jullie van mij een chocolaatje van zo’n handje met een opgestoken duim kiezen. Maar alleen als je chocola mag. Als je dat niet mag, moet je er geen één pakken, want anders krijg ik ruzie met je vader of moeder, of met de dokter. En dat is niet goed.

Goede (!) kindernevendienst en tot straks.

schriftlezing                        Psalm 34 

verkondiging          Thema: Het Goede Leven

Gemeente van Jezus Christus,

Thuiskomen.
Het zijn juist de kleine momenten in het leven.
In die momenten voel ik het het meest: het gevoel van vrijheid.
Helemaal in het nu zijn.
Onbevangen kunnen genieten van elke dag.
Dat … is mijn Zwitserlevengevoel.

Aldus een reclame van deze bekende pensioenverzekeraar. We zien acteur en presentator Chris Zegers thuiskomen van een vliegreis, zich heerlijk uitstrekken op de bank. Z’n kinderen vliegen hem om de nek. Hij duikt met z’n spijkerbroek het zwembad in en vaart met vrienden over de rivier, enz. Kortom: dit is het goede leven toch? Het Zwitserlevengevoel zeg maar.

Psalm 34 heeft het ook over het goede leven. In vers 13 wordt namelijk de vraag gesteld: ‘Hebben jullie het leven lief, wil je goede jaren genieten?’ Ja, wie niet?! Toch?! Wie wil er geen goede jaren genieten?! Het leven liefhebben?! Het goede leven ervaren?! Maar hoe dan? Op z’n Zwitserlevens: het gevoel van vrijheid, helemaal in het nu zijn, onbevangen genieten van elke dag?
De Psalm graaft dieper en reikt hoger. Want er is wel gradatie in goed. Er is zelfs het hoogste goed. En daarover gaat het in het voorafgaande vers, in vers 12: ‘Kom kinderen, luister naar mij, ik leer je ontzag voor de HEER.’ Ja, ontzag voor Hem, want Hij is de Allerhoogste. Hij is het hoogste goed. En ontzag voor Hem hebben betekent: een diepe eerbied voor Wie Hij is, maar tegelijk ook een vast vertrouwen dat Hij je God is en dat je bij Hem geborgen bent. Dat is bron van het goede leven.

Over bron gesproken… In een andere Psalm, de 100e om precies te zijn, klinkt over God en zijn goedheid het volgende:

Want God is overstelpend goed,
die ons in vrede wonen doet.
Zijn goedheid is als morgendauw:
elk nieuw geslacht ervaart zijn trouw.

Over hoogste goed gesproken: ‘God is overstelpend goed.’ Als een voortdurend stromende bron. Zijn goedheid blijft stromen. Overstelpend. Niet karig of mondjesmaat, nee: het stroomt over.
‘Zijn goedheid is als morgendauw.’ Dus zo sprankelend als de dauwdruppels die in de vroege morgen op het gras schitteren, en aan de bloemen en de bladeren: als fonkelende diamanten. Waar de Schepper zijn aarde mee bevochtigt, mee in leven houdt, verzorgt. Zomaar, gratis, elke morgen weer. Zo is zijn goedheid. Onverdiend. Vol genade.

Dat lees je al in het begin van de Bijbel. Na elke scheppingsdag klinkt het, als een vast refrein: ‘En zie, het was goed.’ Zo is deze werkelijkheid door God bedoeld: als goed. ‘Tov’ staat er in het Hebreeuws. Dat is veel meer dan alleen moreel goed. Nee, dat is ook rechtschapen, welgeschapen, mooi. ‘Tof’ in de diepste zin des woords!

‘Ja, God mag dan overstelpend goed zijn en zijn goedheid als morgendauw, intussen is er ook genoeg niet goed, kwaad, kwaadaardig, lelijk, gebroken, pijnlijk, fout.’
Zeker, niet in de laatste plaats door ons toedoen. God mag dan overstelpend goed zijn, wij zijn een lek vat…
David, de dichter van deze psalm, wist dat zelf ook als geen ander. Sterker nog: een voorbeeld daarvan wordt direct aan het begin van de Psalm genoemd. Hoe hij, op de vlucht voor Saul, naar het Filistijnse hof vluchtte, de aartsvijand nota bene. Toen ze daar vermoedden dat het David was, degene die hun eigen Goliath op miraculeuze wijze gedood had, de toekomstige koning van Israël, werd de grond te heet onder Davids voeten en vreesde hij voor zijn leven. Hij verzon een list: hij deed alsof hij krankzinnig is. Hij ging als een waanzinnige tekeer, kraste op de muur, liet het kwijl in z’n baard lopen. De Filistijnse koning trapte erin en zette David subiet over de grens, zonder hem kwaad te doen.
Het was een beschamende vertoning van David, maar toch ontkwam hij, werd hij gespaard. En toen hij weer tot z’n positieven kwam, beter: tot inkeer, toen maakte hij deze Psalm: een echt danklied, een loflied op Gods goedheid. Want ondanks zijn beschamende vertoning, zijn zelfbedachte listen en trucs, had God hem gered, hem uit deze benarde en bedreigende situatie bevrijd. Want zo ziet en belijdt David het intussen. Gods goedheid smaakt ook naar bevrijding, naar amazing grace!

Dus: hoe lek wij ook zijn, het weerhoudt God niet om zijn goedheid te laten blijven stromen! Daar word je toch blij van? Daar sta je toch elke keer weer versteld van? Over ‘Gods goedheid smaakt’ gesproken… In vers 9 staat zo treffend: ‘Proef en geniet de goedheid van de HEER.’
Gods goedheid proeven… Dat doe je niet vluchtig toch? Nee, om iets goed te proeven moet je de tijd nemen. Zoals bij een glas voortreffelijke wijn of een goede, complexe whisky. Dan steek je eerst je neus in het glas en ruik je goed. Dan neem je een slok. Deze laat je flink door je mond gaan. Iedere smaakpapil moet geraakt worden. En dan sluit je je ogen en laat je het naar binnen gaan. En je geniet met volle teugen en met iedere vezel.
Zo mag je zeker met heel je bestaan Gods goedheid proeven. Neem daar eens voor jezelf de tijd voor. Nu. Waar heb ik Gods goedheid geproefd, ervaren? Vanmorgen? De afgelopen week? Op andere momenten in mijn leven?

(reflectiemoment)

Mag ik iets delen van wat er in mij naar boven kwam? Het begon al toen ik mijn ogen vanmorgen vroeg opendeed. Ik was er nog. Ik leefde. Dat is al goed, tof, want het leven, iedere dag, is een godsgeschenk.
Ik sprong onder de douche en spoelde de slaap uit mijn ogen en voelde me weer herboren door het verkwikkende water, de shampoo en de zeep. En ik dacht: hoeveel te meer verfrist en reinigt Gods genade mij, elke keer weer.
Ik fietste naar de kerk. Ik hoorde de vogels fluiten, ik zag de vlinders van bloem naar bloem fladderen en ik rook de geuren van de nazomer. En prijsde God de Schepper voor zijn permanente expositie waar we zomaar doorheen mogen, in verwondering en dankbaarheid.
En toen ik zojuist die woorden over Gods goedheid proeven en genieten citeerde, dacht ik ook wat ik voor de zomervakantie meemaakte. Aan de viering van het Heilig Avondmaal bij een dementerende vrouw op haar kamer, samen met haar dochter.
Niet voor niets wordt die bewuste regel uit de Psalm – ‘Smaakt en ziet dat de HERE goed is’ – al generaties lang verbonden aan het Heilig Avondmaal. Dat is niet vreemd. Integendeel: daar mag je toch proeven en genieten hoe goed God is, ‘de lieve Zaligmaker proeven’, zoals iemand eens zei. Oftewel: je eigen maken hoe groot zijn liefde voor jou is, zijn goedheid, die meer is dan het leven.
Hoe lek je ook bent, zijn goedheid mag in je stromen en je helemaal doorstromen en doorgloeien: Heer, U bent mijn hoogste goed. Of zoals die dementerende vrouw reageerde, toen ze uit haar hoofd – uit haar hart! – het volgende lied citeerde:

Hij is mijn hoop.
Hij wies mij met zijn doop,
Hij geeft mij brood en beker,
‘k ben van zijn liefde zeker.
Hij is mijn hoop!

Dat is Gods goedheid proeven en genieten. Dat is het goede leven.

Tegelijk zal dat ook z’n uitwerking hebben in het dagelijkse bestaan, in je doen en laten, in je spreken en zwijgen. Want die vraag van vers 13, die al klonk in het begin van de preek – ‘Hebben jullie het leven lief, wil je goede jaren genieten’ – die vraag wordt in de volgende verzen beantwoord (vers 14): ‘Behoed dan je tong voor het kwaad, je lippen voor woorden van bedrog. Mijd het kwade, doe wat goed is, streef naar vrede, jaag die na.’ M.a.w. zó heb je het leven lief en geniet je goede jaren. Zo wordt het leven goed.
Hier blijkt dat het goede leven volgens de Schrift wel anders is dan dat Zwitserlevengevoel uit die reclame. Dat is iets heel individueels: als ik maar genieten kan, van mijn vrijheid, van helemaal in het nu zijn. Maar hier is dat goede leven juist op de ander gericht, op God, op je naaste, op wat goed doet en het kwaad bestrijdt.
In je uitingen bijvoorbeeld: ‘Behoed je tong voor het kwade.’ Wat kan er juist met woorden niet veel kwaads aangericht worden, mensen beschadigd raken, mensen opgehitst of weggezet. Of de waarheid verdraaid. Dus ‘behoed je lippen voor bedrog.’ Spreek de waarheid. Spreek goede en ware woorden, die opbouwen, die helpen, die troosten.
Het kwaad ligt op de loer. David wist er alles van. Maar mijd het. Doe er niet aan mee. Kies juist voor het goede, wat goed doet, wat goedmaakt. In Kolossenen 3 hoorden we bij de gebodslezing hoe Paulus dit nog verder concretiseert: ‘Jullie moeten goede dingen doen: van harte meeleven met anderen, vriendelijk voor elkaar zijn, en geduldig. Niet aan jezelf denken, elkaar accepteren, elkaars fouten vergeven, elkaar liefhebben.’
Hier is toch geen woord Frans bij?! Dit kan iedereen begrijpen. Zeker, maar nu nog het in de praktijk brengen! En daar zijn we ook niet zomaar mee klaar. Daar zijn we eigenlijk nooit mee klaar. Maar wat zou het mooi zijn als we, ook het komende seizoen, we dit leren met elkaar, dit ontvangen en doorgeven. In onze gezinnen. In onze families. In onze buurt. Op ons werk. In de kerk. Op de kring. De club. De catechisatie.
Dan wordt het met recht een tof seizoen. Omdat we Gods goedheid proeven, genieten en daarvanuit het goede zullen zoeken, zullen zeggen en zullen doen.
Ja, daarvoor moeten we telkens weer bij het Hoogste Goed zijn, bij de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, de Drie-enige, die overstelpend goed is.

Of zoals een lied van René van Loenen zegt, dat eigenlijk een gebed is. Dus laten we het met en voor elkaar bidden, ook met het oog op een nieuw seizoen:

Vader, zegen ons
dat wij mogen groeien
in verbondenheid.
Laat de liefde bloeien.
Dan zult U er zijn,
sterk en diep bewogen,
licht in onze ogen,
bron in de woestijn.

Niemand heeft uw woord
voor zichzelf gekregen.
Niet voor ons alleen
is uw rijke zegen.
Ook in de woestijn
baant U onze wegen,
als wij zelf tot zegen
voor de ander zijn.

Waar uw wil gebeurt,
daar ontkiemt de vrede.
Waar de waarheid bloeit
wordt uw naam beleden.
Christus is het zaad,
vrede ons gegeven,
hoop die ons doet leven
zonder angst of haat.

Vader, zegen ons
dat wij mogen groeien in verbondenheid.
Laat de liefde bloeien.
Dan zult U er zijn,
sterk en diep bewogen,
licht in onze ogen,
bron in de woestijn.

Amen

meditatief orgelspel + collectemoment

lied     Psalmen voor Nu 145 Ik adem om voor U te zingen 

filmpje van Gerard en Janneke de Wit

dankgebed en voorbeden

lied      Ga met God en Hij zal met je zijn

zegen