De dienst is voorbereid en gehouden met groep 3-5 van de Livingstoneschool uit Gouda

Welkom en afkondigingen 

Zingen          Psalm 149:1,3

Stil gebed

Votum en groet

Zingen    De Tien Geboden

De kinderen van groep 3 zingen          Maak je niet druk

Bruiloft in drievoud                             Julia de Jong, Lynn Lubken en Joni van Oeveren vertellen over een bruiloft…

Gebed 

Kinderen van groep 4 zingen    Bruiloft in Kana

Schriftlezing                    Johannes 2:1-11 uit de Bijbel in Gewone Taal door Floorke de Haan en Nathan van Wilpen

Zingen                 Zingende Gezegend 63 In Kana is  het feest vandaag

Overdenking  thema: ‘Een spannende bruiloft’

Zo zeg, dat was me het feestje wel! Nog nooit zo’n drukke bruiloft meegemaakt hier in Kana! Maar goed, het is voorbij, de klus is weer geklaard. Tijd om te relaxen met een goed glas wijn… Nee, drinken onder werktijd mag niet natuurlijk. Maar nu, eindelijk… Het is wijn van het feest. Er was uiteindelijk zoveel, dat er nog over was. Nou, toen kreeg ik ook een fles van de bruidegom. Dat is toch aardig. Eens even proeven.
Kijk, normaal spuug ik het natuurlijk uit als ik voor mijn baas de wijnen moet keuren, moet proeven. Maar nu heb ik vrije tijd, dus dan slik ik het lekker door… Wow! Wat.Een.Wijn!!! Die ceremoniemeester had geen woord te veel gezegd. Deze wijn is echt top! Grand crue!!

Terwijl het hier helemaal niet naar uitzag in het begin hoor. Ik had hier dus de leiding in de keuken, waar ook de wijnvaten staan. En het ging hard, heel hard. Er waren ook zoveel mensen. Het leek wel alsof het hele dorp gekomen was. En ze hadden blijkbaar dorst, grote dorst. Ook ene Jezus was er, een rabbi met z’n leerlingen, en ook z’n moeder was erbij.
Het ging dus hard met de wijn. En op een gegeven moment was het laatste wijnvat leeg. De wijn was op! De ceremoniemeester kwam met zo’n rood hoofd binnengerend: ‘Hoor ik nou dat de wijn op is? Heb je niet nog ergens wat extra kruiken? Nou ja, een palet vol het liefst. Want het gaat zo hard!’ Nee, die had ik dus niet. De ceremoniemeester moest bijna huilen. Want ja, de bruid en de bruidegom zouden hem erop aankijken: ‘Lekkere ceremoniemeester ben jij!’ Maar de gasten zouden dan weer hun hoofd schudden over de bruid en de bruidegom, niet alleen die week, maar nog heel lang: ‘Weet je nog die bruiloft van Joachim en Mirjam? Man, man, wat was dat een flutfeest! De wijn was op een gegeven moment op. Wat een sof! Dat hele feest viel letterlijk in het water, want iets anders hadden ze niet meer.’

Over water gesproken… Terwijl de ceremoniemeester intussen alweer weg was en wij elkaar wanhopig aankeken hier in de keuken, was daar opeens een vreemd iemand. Tenminste, ik kende hem niet uit ons dorp Kana. Het bleek die rabbi te zijn, Jezus. Je zag gelijk aan Hem dat dit niet zomaar Iemand was. Hij nam ook gelijk de leiding. Hij wees naar de zes stenen waterbakken die bij de ingang van de feestzaal stonden. Met dat water wassen mensen normaal hun handen en voeten voortaan ze naar binnen gaan. Maar omdat iedereen binnen was, waren die bakken leeg. ‘Vul ze met water’, zei Jezus. Het klonk niet als een advies, maar als een bevel. We deden wat Hij zei. Precies ook wat z’n moeder had gezegd, die net voor Hem de keuken binnen was gekomen met het dringende advies: ‘Wat mijn zoon zegt, moet je doen, precies zoals Hij het zegt.’
Zo gezegd zo gedaan. We vulden bakken tot de rand met water. ‘Schep er nu wat uit en breng dat aan de ceremoniemeester’, zei Hij toen. Ik pakte een beker en schepte daar wat water mee uit de bak. Ik bracht deze naar de ceremoniemeester. Die zag er alleen nog maar gestresster uit. Het zweet liep over z’n gezicht, de stoom kwam uit z’n oren en de tranen stonden in z’n ogen. ‘Wat kom je doen?!’ snauwde hij tegen me. Ik zei: ‘Proef dit eens…’ Hij keek me met grote ogen aan. ‘Waarom zou ik? Daar heb ik toch helemaal geen tijd voor!’ ‘Proef nou maar…’ ‘Ach, wat maakt het uit’, zuchtte hij, ‘het hele feest is toch al helemaal naar de Filistijnen…’ Hij zette de beker aan z’n mond en nam een slok. Z’n ogen werden groot als de schoteltjes waar de bruidstaart op geserveerd was. ‘Wow!’, zei hij, ‘Wow! Wow! Wowie! Wat is dit? Hoe kom je hieraan? Ben je naar de Gall en Gall in Tiberias geracet?’ ‘Nee, zei ik’, die wijn komt uit die bakken daar.’ Ik wees naar de bakken en de ceremoniemeester kon het geluk niet op. Eén zo’n bak bevatte alleen al 100 liter water eh wijn dus. Dus 600 liter wijn was er nu. Het feest was gered! De ceremoniemeester was bewaard voor de woede van het bruidspaar en het bruidspaar zelf van de schande.
De ceromoniemeester liep met de beker naar de bruidegom en zei: ‘Jij bent me er eentje hoor! Normaal schenken ze de beste wijn eerst. Want als de mensen dan gedronken hebben, stevig gedronken hebben, proeven ze daarna toch niet meer goed als de wijn wat minder is. Maar jij hebt de beste wijn voor het laatst bewaard!’ De bruidegom keek hem verbaasd aan, maar knikte alleen maar.

De discipelen van Jezus keken vol verwondering naar hun Heer, naar Jezus. Zij wisten wat hun Heer had gedaan: een wonder. Water was wijn geworden. Jezus bleek hemelse macht te bezitten. Het feest was gered. En daar wil ik wel op toosten. Proost! (schort af en achter katheder)

Ja, jongens en meisjes, gemeente van Jezus Christus,

Bijzonder eigenlijk dat Jezus eerste wonder – want dat is het – plaatsvond op een bruiloft. Je zou bij Jezus toch eerder verwachten dat Hij zijn eerste wonder deed in een ziekenkamer of zo. Maar nee, op een bruiloft. Had Jezus toch niet beter gelijk zieken kunnen helpen en eenzamen?
Misschien denken we zo wel: we hebben Jezus vooral nodig als het slecht gaat, als we ziek zijn, als we verdrietig zijn. En niet zozeer op een gewone dag, zonder problemen. Maar Jezus wil er juist voor ons zijn op álle dagen. De moeilijke dagen, – zeker! – maar ook de mooie dagen. Juist ook als er feest is, als we blij zijn, als het goed gaat, wil Hij erbij zijn. Daarom is Hij ook op die bruiloft in Kana erbij. Hij wil ons gewone leven glans geven, of zoals iemand eens zei: ‘Het water van het alledaagse leven veranderen in de wijn van Gods koninkrijk: fonkelend van vreugde en vol van Gods vrede.’
Dus als jij het goed hebt thuis, als je het fijn hebt met je vriendjes en vriendinnetjes, als je geniet van lekker eten, dan mag je God daarvoor danken, dan ben je daardoor dichter bij Jezus.

Weet je wat ik ook zo mooi vind aan dat wonder van Jezus? Dat Hij daarbij anderen inschakelt. Natuurlijk had Jezus het ook allemaal zelf kunnen doen, maar hij schakelt die knechten in. Zij moeten die waterbakken vullen met water. En dan verandert Jezus het op wonderlijke wijze in wijn! Iemand zei eens: ‘Het is aan ons om de vaten te vullen met water. Het is aan Jezus om er wijn van te maken.’
Weet je, ook bij ons kan het best wel eens een beetje op zijn. Het lukt niet zo op school. Of er wordt iemand ziek van wie je houdt. Iemand overlijdt. Of je voelt je somber. Maar Jezus zegt: ‘Doe maar net als die knechten: vul maar bij.’ Dus blijf geloven, ook al zie je er niets van. Die knechten zagen er ook niets van. Het wonder gebeurde op een verborgen manier. Maar ze deden wat Jezus zei.
En blijf liefhebben, ook al krijg je er niet gelijk iets voor terug. Ja, blijf zo de vaten maar vullen, blijf maar investeren, beste kinderen, beste jufs, meesters, vaders, moeders, opa’s, oma’s, grote mensen, kleine mensen, mensen van school en mensen van de kerk. Blijf maar investeren in geloof, hoop en liefde. Ook al heb je nog geen flauw idee wat het uit zal werken. Het is aan ons om de vaten te vullen met water. Jezus kan er wijn van maken, nieuwe vreugde brengen, kracht om het uit te houden, nieuw perspectief.

Als het leven je toelacht, dat je soms denkt: gaat het niet té goed, wanneer komt de klap? Dan is Jezus daar en Hij zegt: ‘Wees blij en dankbaar met hoe het nu gaat. Geniet ervan en laat anderen er in delen. Juist gedeelde vreugde – zeker ook met Mij – wordt dubbele vreugde!’
Of de dingen gaan juist anders dan je gewenst had: grote teleurstellingen overkomen je. Er lopen barsten door je leven. Je raakt uitgeblust. Of wat er dan ook aan moeiten op je pad komen. Wat is het dan belangrijk en nodig om dan toch je vaten te blijven vullen of dat anderen dat voor je blijven doen. Dat je merkt dat er mensen voor je zijn en blijven. En daar is Jezus en Hij zegt je: ‘Het feest is niet voorbij. Ik ben er. Bij Mij hoef je niet op je tenen te lopen. Ik kan je rust geven. Nieuwe kracht. Een nieuw doel in je bestaan.’
U bent al wat ouder en u ziet op tegen de toekomst: als het minder wordt, er steeds meer beperkingen komen, een ernstige ziekte je treft. Maar vraag het mensen die dat nu treft, wat een zegen het is als mensen dan aan je blijven denken, voor je blijven bidden, voor je blijven zorgen. Zo wordt je vat toch weer gevuld, maar Jezus verandert het in wijn als Hij zegt: ‘Het beste komt nog. Dat heb ik voor het laatst bewaard: eeuwig leven over de dood heen! Ik wil je helpen om in dat uitzicht je houvast te vinden. En dan kan zo’n tijd toch nog een goede tijd zijn.’

Laten we daarom niet vergeten onze vaten te vullen, bij onszelf en bij elkaar. Hopend dat Hij het water van het alledaagse leven zal veranderen in de wijn van zijn rijk: vol van zijn vrede en fonkelend van vreugde. Oftewel:

Zeg niet: Er zal geen feest meer zijn,
leeg is mijn kruik, mijn kan –
Hij maakt op tijd van water wijn,
van Kana Kanaän.

Amen

Zingen Gezang 166:3 en 4

De kinderen van groep 5 zingen          Ik wens jou

Dankgebed en voorbeden                  met juf Louana, Jill en de moeder van Jill

Collecte

Zingen          Lied 416 uit Nieuwe Liedboek Ga met God en Hij zal met je zijn

Zegen

Zingen (als gezongen amen)      Gezang 456:3