afkondigingen 

zingen                       Psalm 139:1,2 

stil gebed 

votum en groet

aanvangstekst        ‘(…) Jezus nam de gestalte aan van een slaaf en werd gelijk aan een mens. En als mens verschenen, heeft Hij zich vernederd en werd gehoorzaam tot in de dood – de dood aan het kruis. Daarom heeft God Hem hoog verheven en Hem de naam geschonken die elke naam te boven gaat, opdat in de naam van Jezus elke knie zich zal buigen, in de hemel, op de aarde en onder de aarde, en elke tong zal belijden: ‘Jezus Christus is Heer,’ tot eer van God, de Vader.’ (Filippenzen 2:7b-11)

zingen           Evangelische Liedbundel 130 (‘Juicht, want Jezus is Heer’)

gebed om de verlichting met de Heilige Geest 

schriftlezing   1 Korinthe 12:1-13 

zingen           Gezang 247

tekstlezing    ‘Daarom zeg ik u nadrukkelijk: niemand kan ooit door toedoen van de Geest van God zeggen: ‘Vervloekt is Jezus,’ en niemand kan ooit zeggen: ‘Jezus is de Heer,’ behalve door toedoen van de Heilige Geest.’  (1 Korinthe 12:3)

verkondiging

Gemeente van Jezus Christus,

Iemand die nog niet zo lang hier in de Pauluskerk komt, begon over het doopvont: ‘Dat vind ik zo mooi! Echt prachtig!’ Ik kan dat alleen maar beamen. Het is ook één van de dingen die hier echt opvalt, in deze verder toch wel sobere kerk. Dan wordt je oog bijna automatisch getrokken naar dat doopvont: de afmetingen, het glanzende nikkel, die sierlijke duif. Ja, die vooral. De duif, symbool van de Heilige Geest.
Dat die duif, symbool van de Heilige Geest, letterlijk aan het doopvont verbonden is, is veelzeggend. De Heilige Geest heeft alles met te doop te maken. De doop is inlijving in de gemeente, in het lichaam van Christus. En dat is precies waar het de Heilige Geest om gaat, dat we verbonden worden aan Christus, dat we onder zijn heerschappij komen, dat we met Hem sterven en opstaan, dat we van Hem zijn en Hem gaan volgen. De Heilige Geest is de Geest van Christus, door Hem beloofd én gezonden.
Het logo van de Pauluskerk bestaat ook uit een duif. Deze is duidelijk geïnspireerd op die duif van het doopvont, symbool van de Heilige Geest. In dat logo is in die duif een wit kruis zichtbaar. Het gaat immers om de Geest van Christus, de Gekruisigde, de opgestane Heer (vandaar dat wítte kruis).
Dat doopvont, die duif, dat logo van onze Pauluskerk. Allemaal verwijzingen naar de Heilige Geest. In de Pauluskerk, ja, vernoemd naar de apostel die vol was van de Heilige Geest. Ik ken geen bijbelschrijver die zoveel over Hem geschreven heeft als juist Paulus. Ook ons gedeelte van vanavond uit 1 Korinthe 12 is daar een voorbeeld van. Maar nooit los van Christus. Ook voor Paulus staat het vast: het is de Geest van Christus, bij Hem wil de Heilige Geest ons brengen, de schijnwerper op Hem richten. Of zoals onze tekst van vanavond het op deze korte noemer brengt: ‘Niemand kan ooit zeggen: ‘Jezus is de Heer,’ behalve door toedoen van de Heilige Geest.’ Dat is dus de bedoeling van de Geest, dat we gaan zeggen: ‘Jezus is de Heer.’

In de gemeente van Korinthe gaat het ook veel over de Geest. Maar er heerst daarover ook verwarring. Er was daar een groep, een prominente groep, die zichzelf ‘pneumatici’ noemde. Ze beschouwden zichzelf als echte geestelijke mensen. Het lichamelijke bestaan vonden ze maar minderwaardig, en ze legden alle nadruk op de geestelijke ervaringen. Als je daarover niet kon meepraten, was je volgens hen geen pneumaticus, dan telde je niet mee, dan was je duidelijk van het mindere soort.
Het is altijd weer een gevaar in de gemeente, dat de één zich meer voelt dan de  ander: geestelijker, trouwer, meer toegewijd. Er wordt gekeken, er wordt vergeleken, men neemt elkaar de maat, oordeelt en veroordeelt. Ook als het over de Heilige Geest gaat. Men dist de indringendste ervaringen op en als je die niet kent, dan ben je eigenlijk een tweederangs-gelovige, dan tel je niet echt mee.
Paulus merkt dat die groep van de pneumatici daar in Korinthe steeds meer invloed krijgt, dat er tweespalt dreigt, dat mensen in verwarring zijn: hoe zit dat met die uitingen van de Heilige Geest? Wat zijn de gaven die Hij aan de gemeente schenkt? Welke zijn daarbij het belangrijkst? Wat is de kern? Waar draait het ten diepste om?

Paulus is in de pen geklommen en heeft z’n brief geschreven. Voordat hij daarin op de gaven van de Heilige Geest ingaat, – en wij zullen het volgende week zondag, bij leven en welzijn, ook over die gaven gaan hebben – maar daarvoor heeft Paulus het over de eerste, de belangrijkste gave van de Geest, beter gezegd: de kern, maar ook het criterium voor al die gaven en uitingen van de Geest. Dat is dit: dat je gelooft en belijdt dat Jezus Heer is. Het gaat om Hem, het draait om Hem. Het is de Geest van Christus, weet je nog?! Hij is de kern, het centrum.
Er zijn zoveel ervaringen. Mensen kunnen in extase raken, de wonderlijkste verhalen vertellen, toch?  Maar als ze dat nou delen, wie staat er dan centraal? Zij zelf of Hij, Jezus? Wie is de bron van hun ervaringen, van hun verhalen? Gaat het om Hem? Om Christus? Dat Jezus Heer is? Daar gaat het de Heilige Geest in ieder geval wel om! Het gaat de Geest niet om zichzelf ten diepste, nee: Hij is de degene die de spot op Christus richt, Hem in het licht zet, zodat we Hem zien, Hem omhelzen, gaan liefhebben en niet zonder Hem kunnen.

‘En nou to the point!’ Wie heeft dat nooit horen roepen bij een vergadering waar het alle kanten opschoot of bij een spreker die zich verschool achter een hoop wolligheid en nietszeggendheid. Als het over de Heilige Geest gaat, kan er veel wolligheid en opgeblazenheid zijn. Paulus komt hier to the point als het over de Geest gaat. Hij brengt ons bij de basis. Dat is nodig. Voor je het weet, zweef je daarbij weg, gaat het om allerlei bijzondere ervaringen en spectaculaire uitingen, waarbij het punt, het doel gemist wordt, de kern niet meer geraakt.
Ik kwam dat ‘to the point komen’, die basis, ook tegen in de Gewone Catechismus. Ik noemde dat boekje al eens eerder hier. Het verscheen dit jaar en ik vind het kostelijk, omdat daarin het christelijk geloof in 100 vragen en antwoorden aan de orde komt: bijbels, helder, nuchter (vandaar de titel: Gewone Catechismus) en eigentijds. Vraag 78 luidt: ‘Wie is de Heilige Geest?’ Het antwoord luidt: ‘Hij is God die nog dichterbij komt dan ons eigen hart. Hij geeft energie, zelfs in situaties waarin zonde en dood gewonnen lijken te hebben. Hij is Gods helende en vernieuwende aanwezigheid onder ons. Zo voltooit Hij wat door de Vader in de Zoon is begonnen.’
De Heilige Geest is God die nog dichterbij komt dan ons hart. Klassiek heet dat de inwoning van de Heilige Geest. Als je gaat geloven, geloven in Jezus Christus, als je Heer, je Redder, je Weg, je Waarheid en je Leven, dan komt God zelf door zijn Geest in je wonen! Mijn kinderen zouden zeggen: ‘Woh!!
Prachtig in dat antwoord uit de Gewone Catechismus vind ik ook hoe Vader, Zoon en Geest nauw bij elkaar worden gehouden. Door de Geest voltooit God wat Hij door de Vader in de Zoon is begonnen. Er is een eenheid tussen Vader, Zoon en Heilige Geest. Een eenheid in God zelf: Hij is de Drie-enige. Maar ook een eenheid in ons, hoe Hij door zijn Geest in ons woont: dan voltooit God wat Hij door de Vader in de Zoon is begonnen.

Ik hoor mensen zich wel eens oprecht afvragen of ze de Heilige Geest hebben. Misschien is dat uw of jouw vraag ook wel…
Mag ik met die vraag terug naar het begin van de preek, naar dat veelzeggende doopvont, beter: naar uw, jouw eigen doop. Je bent gedoopt – dat is niet meer ongedaan te maken, een ‘point of no return’ hoorde ik pas een ouder iemand zeggen, je kunt niet meer achter je doop terug – je bént gedoopt, in de naam van de Vader, de Zoon én de Heilige Geest. De Heilige Geest is je beloofd. Het is de Geest van Christus. En wat is zijn eerste gave, de kern van zijn werk? Dat Hij je met Christus verbindt. Door Hem belijd je dat Jezus Heer is.
Dus die vraag ‘heb ik de Heilige Geest? Woont Hij in mij?’, voor die vraag is het ijkpunt: wie is Jezus voor jou, voor u? Als Hij je Heer is, de basis van je bestaan, dan is dat het teken dat de Geest in je woont. Want Hij is de Geest van Christus. En dan Hij zal ook in je voltooien wat de Vader in Christus begonnen is. In jou. In u. In mij. Opnieuw zeg ik met mijn kinderen: ‘Woh!’

‘Jezus is de Heer.’ Dat staat diametraal tegenover ‘Vervloekt is Jezus.’ Dat zegt niemand door de Heilige Geest, aldus Paulus.
‘Eh, dat is toch logisch, beste Paulus. Dat is een open deur, vergelijkbaar met ‘water is nat’?’
Nou… het ligt toch wel iets anders. Daar in de gemeente van Korinthe waren dus die pneumatici in de weer. En die legden alle nadruk op bijzondere geestelijke ervaringen, waaronder ook extase: buiten jezelf, in vervoering, raken. Daarbij konden mensen blijkbaar ook wel eens roepen ‘Vervloekt is Jezus.’ Bovendien hadden die pneumatici ook niet veel met de aardse Jezus. Ze ontkenden z’n menszijn, maar ook z’n lichamelijke opstanding. Volgens hen ging het immers niet om het lichaam, niet om het aardse, maar om het geestelijke, het hogere. Maar dat is niet van de Heilige Geest, stelt Paulus scherp. Want het is de Geest van Christus. De Geest van Jezus. En door die Geest word je juist op het spoor van Jezus gezet, ga je geloven, ga je belijden dat Hij de Heer is. Ja, juist die Jezus. Iedere minachting – en zeker een vervloeking – van Jezus, is niet van de Geest!
De Geest zet de schijnwerper juist op Jezus. Op Hem, die zich vernederd heeft, zegt Paulus in Filippenzen 2 – we begonnen er de dienst mee – die als een slaaf geworden is, zich vernederd heeft tot aan het kruis. Die gekruisigde én opgestane Jezus is Heer, oftewel God…
In het Grieks staat er namelijk ‘Kurios’. En diezelfde naam vinden ook in de Septuagina, de Griekse vertaling van het Oude Testament, voor …God! Dat Jezus de Kurios, de Heer, dus God is, was een revolutionaire belijdenis ten opzichte van de Joden. Professor van de Beek schrijft ergens: ‘Deze simpele formule (dat Jezus de Heer, de Kurios is) is echter onvoorstelbaar ingrijpend. (…) Ze zegt dat Jezus de God van Israël is, die gesproken heeft door Mozes en de profeten. (…) Alles wat over God de Schepper, over de God van Israël, staat geschreven en wordt beleden, gaat over Jezus.’ Voel je hoe ingrijpend dus die belijdenis is dat Jezus de Heer is…
Voor Joden, maar ook voor niet-Joden, voor die gemeenteleden in Korinthe, te midden van hun stadsgenoten, hun tijdgenoten. Toentertijd werd die titel ‘Kurios’ namelijk nog meer gebruikt. Voor… de keizer in Rome. Hem werd een goddelijke status aangemeten. Zo werd hij aanbeden. Maar nu waren er mensen in zijn rijk die noemden een ander Kurios, namelijk Jezus. En met die titel, die voor hen een belijdenis was, daarmee wensten ze niet te schipperen. Nee, alleen Jezus was hun Kurios. En niemand anders. Dus ook de keizer van Rome, of andere heersers niet. Voel je hoe ingrijpend deze belijdenis toen was? Het kon je als christen de kop kosten, want er waren machthebbers bij, die waren hier niet van gediend. Die eisten volledige onderwerping en aanbidding.

Deze belijdenis is dus ook radicaal en kritisch: niemand anders is Heer, is Kurios, dan Jezus Christus. Ook geen andere goden. Nee, zegt Paulus, dat je daarvan in de ban was, is voltooid verleden tijd. Die goden, die taal noch teken geven, die letterlijk stom zijn: het is klaar met hen! Dat geldt net zo goed voor ons. Natuurlijk, die afgoden zijn niet meer van hout of steen, maar er is genoeg, dat je hart wil beheersen, dat je slaaf maakt, dat je afhaalt van de Here God, vandaar áfgod.
Deze belijdenis kost je dus wat. Het volgen van Jezus, want belijden is niet alleen zeggen, maar ook doen, het kost je wat: het afzweren van die afgoden, je niet laten ringeloren door machthebbers of machten, je helemaal toevertrouwen aan Jezus, jezelf verloochenen en je kruis dragen (dus een kruis door je ego, niet meer jijzelf op de eerste plaats, maar Hij en zijn wil). Maar tegelijk is dat de weg van de Heilige Geest, de Geest van Christus, is dat het pad van de doop: sterven en weer opstaan, met Christus.

Je bent daarin niet de enige. Zeker, het is een uiterst persoonlijke zaak, die belijdenis dat Jezus je Heer is, kan een ander niet voor je doen. De weg van de navolging begint met een smalle poort, waar telkens maar één persoon door kan: jijzelf…
Maar tegelijk kom je dan wel bij een gemeenschap. Dat doopvont staat in de kerk, de doop is inlijving bij de gemeente. Of zoals het in de Gewone Catechismus staat: ‘Gods Geest brengt mensen rond Christus bij elkáár in een duurzame gemeenschap.’ Dat is óók het werk van de Heilige Geest. Hij werkt aan de ene kant uiterst persoonlijk, zodat ik verbonden word aan de Here Jezus, van Hem ga houden, niet zonder Hem kan, Hem als mijn Heer en Heiland erken, maar aan de andere kant werkt Hij ook verbindend: Hij brengt mensen rond die Christus bij elkaar.
Paulus schrijft in vers 13: ‘Wij zijn allen gedoopt in één Geest en zijn daardoor één lichaam geworden.’ Het lichaam van Christus. Door die ene Geest, door de doop in Hem. Dan ben je geen los radertje, nee: je wordt verbonden aan dat lichaam van Christus. En binnen dat lichaam is die ene Geest werkzaam: ‘Hij maakt ons één, Hij brengt ons tezamen.’ Hij is het hart van dat lichaam, of zoals het boekje van de groeigroepen zo mooi zegt: de Geest is de bloedsomloop.
Ach, dan kunnen er nog zoveel verschillen zijn. Verschillende gaven, – nogmaals, daar gaat het volgende week over – verschillende dienende taken, verschillende uitingen. Verschillende mensen, verschillende karakters, verschillen in geloofsbeleving, in accenten, enz. enz. Juist die verscheidenheid hoort er ook bij! Maar tegelijk is het de ene Heer, zijn we echt van dezelfde bloedgroep, bloedbroeders en -zusters, dat ene gezin van God.
Wee ons, als we die eenheid niet meer erkennen, niet meer zoeken en vinden. Wee ons, als we de nadruk gaan leggen op de verschillen. Als we elkaar de maat gaan nemen en afserveren. Als we gaan denken in gradaties, in echt geestelijke mensen en christenen van minder allooi. Nee, we zijn in één Geest gedoopt, we horen allemaal bij dat ene lichaam, waar niemand gemist kan worden, waarvan Hij het hart en de bloedsomloop is.
Ja, we zijn ook ‘mét die Geest doordrenkt’, schrijft Paulus in datzelfde vers. Dat wil zeggen: we drinken allen van Hem, we kunnen Hem niet missen, zijn vervulling, zijn vrucht, zijn stem in ons hart, door het Woord, waardoor telkens weer Jezus voor ons oplicht en we aan Hem verbonden worden. Niemand kan zonder dat gedrenkt worden met de Geest. Niemand kan zonder zijn vervulling, zijn verlichting en leiding. En daarom bidden we, met de woorden van Inge Lievaart, persoonlijk én samen:

Geest van de verhoogde Christus,
die de hele schepping draagt
en wil wonen in ons midden,
diepste adem van ons bidden,
hoor hoe uw gemeente vraagt:
leer ons zelf wat U behaagt.

Geest van dulden en van hopen,
die in zwakheid kracht bezit,
die gebalde vuisten opent,
haat ontdooit en weg doet lopen,
hoor hoe uw gemeente bidt:
maak de zwarte toekomst wit.

Geest van breken en van delen,
die het liefdesvuur ontsteekt,
die de mensheid weer komt helen,
weer tot eenheid schept de velen,
hoor hoe uw gemeente smeekt:
geeft dat geen van ons ontbreekt.

Amen

geloofsbelijdenis  met de woorden van de geloofsbelijdenis van Nicea

zingen      Evangelische Liedbundel 217 (‘U maakt ons één’)

dankgebed en voorbeden

inzameling van de gaven   

zingen           Psalm 139:3,5

zegen