Een aantal weken geleden heeft ds C. van den Berg korte stukjes geschreven over alle onderdelen van de Orde van Dienst voor de zondagsbrief. De stukjes zijn nu ook integraal overgenomen op de website. Dit vijfde artikel gaat over de preek als onderdeel van de liturgie.

Voor veel kerkgangers wordt de beleving van de kerkdienst door de preek bepaald. Ze gaan zeker ook naar de kerk voor de preek. Dat is wel ergens op gebaseerd. In een bevestigingsformulier voor predikanten staat dat door de prediking ‘grote dingen worden uitgericht.’ En een klassieke definitie van de preek luidt: ‘de prediking van het Woord van God is het Woord van God.’ Dat is een gewichtige omschrijving, maar onopgeefbaar.

De preek is niet zomaar een beetje bijbeluitleg, actualisatie en het liefst nog leuk gebracht. Nee, in de preek komt God zelf aan het Woord!

Dat wil niet zeggen dat elke preek, zin voor zin, woord voor woord, in absolute zin Woord van God is. Er staat immers een mens op de preekstoel, aan wie niets menselijks vreemd is. Preken is ook een menselijk werk. Daarom is het gebed om de verlichting met de Heilige Geest ook zo essentieel, dat God zelf ons door de woorden van de preek aanspreekt en aanraakt.

Preek en Predikant

Een al even klassieke omschrijving voor een predikant is Verbi Divini Minister (afgekort: vdm). Een dominee is een dienaar van het Goddelijke Woord. Hij mag de gemeente dienen met het Woord. Vandaar dat een preek ook helemaal geënt is op de Bijbel en de predikant zijn/haar uiterste best moet doen om dat Woord open te vouwen, uit te leggen, dichtbij te brengen bij de hoorders. Tegelijk neemt hij/zij de vragen, antwoorden, worstelingen en vreugden van de hoorders mee naar de Bijbel, zodat er een gesprek plaats vindt tussen het Woord van God en ons mensen. In die zin is de preek ook volop liturgie: de dienst van God aan ons en wij aan Hem, een ontmoeting dus!

De gemeente is niet passief. Ze luistert, als het goed is, actief. En ze is ook mondig. Met de Bijbel als richtsnoer moet zij de preek ook beoordelen. Het gesprek na en over de preek is dus van groot belang!

Aan het eind van de preek klinkt er een ‘amen’. In feite is dit het amen van de gemeente: ‘het zal waar en zeker zijn.’ Omdat het slot van de preek zich niet altijd makkelijk laat herkennen, spreekt de predikant dit meestal namens de gemeente uit. Deze krijgt vervolgens in het lied na de preek nog volop en voluit (!) kans de verkondiging te beamen.